Door globalisatie komen met name in de stedelijke gebieden in
de westerse wereld steeds meer nationaliteiten voor, elk met een eigen
culturele achtergrond. Ten gevolge daarvan is er ook sprake van een toegenomen
culturele diversiteit in die steden. Tegelijkertijd ontstaat er een globale
cultuur. Hier is sprake van een paradox: onze cultuur wordt door immigratie eerst
meer divers, maar succesvolle educatie beoogt voor ieder kind maximalisatie van
de mogelijkheden binnen de opkomende globale cultuur en vermindert daarmee
idealiter de culturele diversiteit. Echter, keer op keer blijkt dat kinderen
vanuit niet (of minder) westerse culturen, tot in de tweede en zelfs derde
generatie nog achterlopen met betrekking tot schoolsucces, en Sociaal
Economische status (SES). Er wordt dan gesproken van disadvantaged
groepen. Hoe komt dit?
Belangrijk is in te zien dat de meest succesvolle scholen qua
uitstroomniveau, voornamelijk kinderen vanuit een (autochtone) middenklasse
achtergrond als instroom hebben. Diversiteit staat succes in de weg, zo lijkt
het. Hoewel, sommige scholen lukt het heel goed om ook kinderen uit “nieuwe” culturen
tot de (boven) gemiddelde verwachte resultaten op te stomen, maar vaak lijkt te gelden
dat hoe lager de SES (meer cultureel divers de instroom) hoe lager de
resultaten. Dit betekent feitelijk louter dat deze kinderen van huis uit minder
ondersteuning ondervinden om zich aan te passen aan de dominante cultuur. Of,
preciezer verwoord, aan de in de dominante Westerse cultuur gepercipieerde
aspecten die belangrijk genoeg worden geacht om er op school ingehamerd te
worden en waarvan vervolgens de resultaten nauwkeurig worden geëvalueerd. In
zowel theoretische, als toegepaste aspecten zijn schoolresultaten (en later
academische- en werkprestaties) gedefinieerd en herkenbaar als afspiegeling van
deze dominante (witte westerse) cultuur. Daar valt veel voor, maar ook tegen te zeggen.
De weg vanaf de Verlichting die ons voorspoed zou brengen,
blijkt steeds meer een doodlopende weg te zijn, onder meer met betrekking tot
het klimaat en uitputting van de bronnen die de planeet kan leveren (de
ecologie). Juist nu er een globale cultuur is ontstaan waar al die andere
culturen in worden geassimileerd, is het de vraag of culturen die duurzamer met
de ecologie omgaan en problemen hebben met accommoderen aan de globale cultuur,
niet juist meer stem zouden mogen krijgen in de transitie naar een meer duurzame
globale cultuur. Op school en in onze academische en werkprestaties geldt
praktische overal dat economie voor ecologie komt, en precies dat is
onhoudbaar. De nadruk ligt telkens op tellen, meten en wegen, op omzet en op
continu op korte termijn aanpassen aan nieuwe (digitale) technieken,
mogelijkheden en problemen. Gechargeerd, het is of succes
hebben door als geletterde te leven in een systeemdictatuur, of als
laaggeletterde de wedstrijd om een robot te worden opgeven. Dat begint al
op school, dat steeds minder het domein is van autoriteit met kennis en
wijsheid, die de kinderen helpt ingewijd te worden in een cultuur waarop we
trots kunnen zijn. Thuis is soms, ondanks de lagere SES, die trots nog wel
aanwezig.
Mogelijk wordt school en het beroep van onderwijzer (in
vervolg op vorige week) voor iedereen minder aantrekkelijk, juist omdat het zo
nadrukkelijk alles trechtert naar slechts één (westerse) culturele
werkelijkheid. Convergeren zou ook divergeren kunnen zijn. Een voorbeeld vormt
popmuziek, waarin de succesvolle producties een veelheid aan stijlen kenmerken,
van wit (heavy metal) tot zwart, tot talloze tussenvormen. Feitelijk kan bijna
iedereen vanuit diverse culturele achtergronden zich wel vinden in een bepaalde
acid of hiphop stijl, of juist in een traditionele countryrock stijl. Popmuziek
werkt daarbij dus niet perse als een instituut dat de diversiteit omlaag
brengt. Scholing doet dat, onbewust, en vaak met uitgebreide
inclusieprogramma’s, dus juist wel.
Met door de United Nations uitgeroepen duurzaamheidsagenda gaat het niet goed, zoals het er nu uitziet gaan we de Sustainable Development Goals op geen stukken na halen. Wellicht ligt er in andere culturen heel veel kennis, inzicht en omgangsvormen die wij zouden kunnen gebruiken. School als centrum van divergeren (in plaats als convergerende melting pot). Durven we het aan, om iets meer de succesvolle multiculturele adaptatie van popmuziek toe te laten in het onderwijs?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten