Collega Aldo van Duivenboden (Saxion onderwijs innovatie
hub) hoor ik regelmatig zeggen dat het van belang is om, indien je de
noodzaak bent gaan inzien van verandering van de wijze waarop wij grootschalig
en mondiaal met onze planeet omgaan, jezelf op het spel te zetten. Hierover ben
ik gaan nadenken, en hoe meer ik erover na heb gedacht, hoe beter ik begrijp
dat dit inderdaad een essentieel aspect is van richting verandering. Als we
nergens in onze gevestigde banen – posities – durven te zeggen dat we het
anders gaan (proberen te) doen, dan zal alles doorgaan op de destructieve weg
waarop we nu zitten.
Een andere collega, Marian Heezen (coach/trainer
sustainability) plaatste gisteren een LinkedIn post waarin ze stelt dat wij
feitelijk allemaal aan het vechten zijn voor een stoel op de Titanic, alsof er
niets aan de hand is, alsof we ons druk moeten maken over of we wel de stoelen
netjes hebben neergezet. Ze schrijft onder meer: “netwerken van vertrouwen
en onderlinge afstemming moeten bewaakt blijven, consumptie moet positief en
verantwoord blijven en productie moet voldoende tijd, geld en energie omzetten”.
Wij doen daar allemaal aan mee, de dingen die we al lang doen, zo goed mogelijk
blijven doen, ondanks de wrijving die steeds zichtbaarder wordt, zoals gebrek
aan motivatie, gebrek aan arbeidskracht, quiet quitting, gebrek aan
purpose, enzovoort. Gevaarlijke (en zwaar planetaire voetafdruk verhogende)
nieuwe technologieen worden met gejuich onthaald, volledig buiten elke vorm van
democratisch proces om, omdat het kan, omdat er aan verdiend kan worden, omdat
kennisinstellingen graag adverteren dat ze progressief en vooruitstrevend zijn.
En ja hoor, de subsidieverstrekkers (heel indirect toch weer democratisch, want
vanuit overheden) wachten de collectieve bedelaars al op… Juist, dat zijn wij,
onderzoekers, universiteiten en hogescholen.
De vraag van Aldo blijft door mijn hoofd spoken. Waar zet ik
mezelf op het spel? Door met de kennis die aanleiding heeft gevormd om mijn
huidige positie te mogen bekleden ten dienste van studenten, docenten en
externe stakeholders te zoeken naar richtingen waarin ook ondernemen als
individu, of onderneming meer volhoudbaar kan zijn? Als ik daar per definitie tonnen
onderzoeksubsidie bij ga betrekken, bepaalt de subsidie de richting, en krijg
ik al snel verplichtingen die deze zoektocht in de weg zullen gaan staan. Zo
zal ik de bedrijven die allemaal een handtekening moeten zetten op de aanvraag,
moeten bewegen om vaak om niet mee te doen. Als het grote bedrijven zijn, is
dat niet een probleem. Kleine ondernemers, of ZZP-ers, daarentegen, komen in
vergadercircuits waar ze hooguit van mee kunnen nemen dat onderzoek niet veel
verandering brengt. Terwijl, zo is mijn overtuiging, de koerswijziging van
onder naar boven komt, individuen en kleine bedrijven zijn de dragers, de essentie. Gedrag, IDG. Om de verantwoording
op orde te houden, moet ik dan natuurlijk wel onderzoekers aantrekken die hun
handen vrij genoeg hebben, dus niet te veel in het onderwijs zitten, waarmee de
vanzelfsprekende verbinding met het onderwijs verdwijnt. Overigens is het in
onze samenleving zo dat praktisch iedereen veroordeeld lijkt tot de
“bedelstand”: overal leer je dat je je hand moet ophouden, dat jezelf goed
verkopen van meer essentieel belang is, dan de inhoud. Dat je voet ergens tussen de deur zetten
essentiëler is dan ergens diep over nadenken, dat ook kenniswerker zijn
feitelijk betekent verkoper, of op z’n best manager zijn, daar heb ik moeite mee.
Maar de Inner Development Goals wijzen in een hele andere
richting. Zijn, verbondenheid, staat op nummer 1. In verbinding zijn met
jezelf, en met elkaar, resoneren. Wij zijn meer dan een paar hersenen aan een
beeldscherm geplakt, zoals collega Ruud Steltenpool zo treffend eens in een
gesprek opmerkte. Juist al die schermpjes, regelingen, systemen staan ons zijn,
onze verbondenheid, onze vanzelfsprekendheid in de weg.
Nu heb ik het antwoord ineens. Aldo, ik zet me zelf op het
spel, door vanzelfsprekend te zijn, in mijn blogs, in mijn denken, en in
mijn doen. Soms correspondeert dat perfect met de kengetallen vanuit de
samenleving, en soms niet. Hoe dan ook, ik laat de stoelen op de Titanic maar
even staan waar ze staan, ga je mee op de sloep?