maandag 24 februari 2025

Winter, slapen en… ontwaken!

Slapen en ontwaken. Ieder van ons wordt elke dag wakker in een eigen universum, met eigen gedachten, ervaringen en herinneringen. Ieder individu op exact die ene plaats, waar op dat moment niemand anders kan zijn. Je ontwaakt al dan niet naast die ander, waarmee de deelverzameling 'gedeelde ervaringen', of 'gedeelde gedachten' groter is dan met vele andere tijdgenoten. Anders gezegd, onze dagelijkse ervaring begint met bewustzijn, en dat bewustzijn is gekoppeld aan ons unieke fysieke perspectief. Hoewel we allemaal bewustzijn hebben en weten wat het is, kunnen we het niet aanraken. Wellicht is het nog het meest tastbaar in … het woord. Veelbetekenend is in deze 'zin' de bijbeltekst 'in den beginne was het woord … en het woord was God' (Johannes 1:1-18. Niet vooronderstelde waarheden, of veronderstelde feiten, gaan vooraf aan ons levensverhaal. Het begint telkens weer met onze subjectiviteit: bewust zijn/worden van een subject, of het ontwaken vanuit de slaap.

                                                Dit ben ik nu, in de winter in Berlijn!

In de song Winter (waarmee ik het boekje 'In the eye of Whirling Dust, a love story' begon), contrasteerde ik begin jaren '80 dit ideologische uitgangspunt met de toen overheersende materialistische ideologie. Het was alsof wetenschap juist ging over de zaken die er voor het individu niet toe doen. Wetenschap ging (gaat) over iedereen in het algemeen, en niemand in het bijzonder. Hiermee wordt onze eigen unieke positie in onze persoonlijke leefruimte buiten spel gezet. Deze leefruimte is gevuld met persoonlijke gedachten, herinneringen en emotionele reacties op telkens nieuwe persoonlijke gebeurtenissen met anderen. Wetenschap, zo lijkt het, laat ons juist daar in de steek, waar ons bestaan haar fundament in vindt: ons subject zijn. 

Religie en kunst, daarentegen, lijken ons bestaans fundament – 'ik denk, dus ik besta' – wel te erkennen, of, beter gezegd, veel minder te 'verduisteren'. Mijn subjectieve vertrekpunt, mijn dromen en interpretaties, mogen wetenschappelijk bezien zinsbegoochelingen of illusies zijn, voor mij zijn ze de motieven, angsten en liefde waarvoor ik wakker word, waarvoor ik leef, zo zong ik begin jaren '80 in Winter. Met deze blog meegenomen, heb ik nu alle Whirling Dust '24 songs besproken. Hoe sta ik hier nu in?

 De song Winter, door op de afbeelding te klikken 'ontwaakt' de song/clip

Toen ik vorig jaar het ruim 40 jaar oude album opnieuw bewerkte (en deels opnieuw inzong), was het confronterend om te zien hoe ik aan het begin van mijn arbeidzaam leven een idealistisch (fenomenologisch) standpunt innam, terwijl ik later tijdens mijn wetenschappelijke carrière een materialistisch standpunt kreeg. Als neurowetenschapper was ik er zeker van dat ook dromen en andere niet tastbare verschijnselen te verklaren zijn als bijverschijnselen van exact te bepalen fysische processen, als het ware van opgestapelde nullen en enen. De 'wetenschapper' in mij verbande de 'poëet' in mij. De laatste 10 tot 20 jaar ben ik gaan inzien dat een paar eeuwen Verlichtingsdenken, naast inzichten en vooruitgang, ook is gaan leiden tot verschraling en zelfs verwoesting van milieu, klimaat en natuur, ook de menselijke natuur, onze eigen waardigheid en acceptatie van elkaar. Technologie heeft ons veel te zeer in haar greep, tot in alle aspecten van onze levens. Terwijl we inderdaad elke dag wakker worden, en zeker zijn van ons bestaan in onze eigen subjectieve leefwereld, met onze eigen gedachten, verlangens en angsten. Kortom, ik ben weer terug bij een ideologische visie zoals toen mijn band en ik Whirling Dust uitbrachten in 1983. Zo nam ik dus een U bocht.

Opmerkelijk is dat in de wetenschap de laatste jaren duidelijk is geworden dat veel dieren – niet alleen mensapen (waaronder Homo Sapiens), olifanten en walvissen (waaronder dolfijnen) – zelfbewustzijn tonen. Zo hebben ook sommige vissen die zichzelf regelmatig gespiegeld zien in bijvoorbeeld een aquariumruit, een beeld van hun eigen 'gezicht'. Meerdere wetenschappers, waaronder de neurowetenschapper Christof Koch in zijn nieuwe boek “Then I am myself the world”, stellen dat wellicht alle levende organismen (zelf)bewustzijn hebben. Misschien moeten we het omdraaien, zijn wij niet organismen die in onze breinen bewustzijn bouwen, maar begint al het leven (of zelfs het universum) met 'bewustzijn', dus met iets abstracts/potentieel. In dat licht krijgt de zin “in het begin was het woord...” een hele metafysische en transcendente betekenis. Tot zover mijn jeugdalbum Whirling Dust, dat we (Jim Rensson and the Crew) vorig jaar nieuw leven in bliezen: Whirling Dust '24. Dank voor uw belangstelling!


zondag 16 februari 2025

Stagioni, Rademakers' cello ode aan het leven!

Na een prachtige avond, met daarin een soloconcert van celliste Mayke Rademakers en daarna het feest van Arend Runia, de organisator van de avond, worden mijn lief en ik heerlijk lui wakker. Zondagochtend. Half nog in gedachten bij gisteravond, zie ik een bericht op LinkedIn van David Boogerd, presentator van 'De ongelooflijke podcast'. In de kop staat dat “kwantum alles gaat veranderen (over geloof en wetenschap)”. In de post wordt beweerd dat kwantum computers zoveel rekenkracht zullen hebben en daarmee zoveel sneller zijn, dat ze al onze complexe vraagstukken gaan oplossen, van klimaat tot en met gezondheid. Ik raak wat geïrriteerd. Alsof we als we niet meer ziek worden en liefst ook niet meer sterven, een minder grote last zullen leggen op moeder natuur. Alsof technologische vooruitgang en het tot norm verheffen van steeds sneller en meer, ons in een heilstaat hebben gebracht, in plaats van in een wereld met crises op praktisch elk denkbaar vlak. 

Meer van hetzelfde helpt niet. Ook in deze post wordt de gezondheidszorg weer gegijzeld, want wie kan er tegen zijn als we dankzij supercomputers nare ziekten als ALS en kanker genezen? We laten dan even buiten beschouwing dat we ons denken en ziel leven met nog meer technocratie steeds meer verlammen, en onze omgeving nog meer vervuilen met kunstmatige rotzooi (mens gemaakte materialen, die nu al meer wegen dan al het organische leven op de planeet bij elkaar) en radioactief materiaal. We doen dan wel alsof natuurkunde de enige wetenschap is, en dat dus onder meer sociale wetenschappen er niet toe doen: snellere en slimmere machines zullen door politieke stromingen, individuen, sociale lagen zonder meer eenduidig worden onthaald... Ik mopper dat dit pas religie is, maar dan wel van een naïeve en stokoude soort. Mijn lief begint spontaan Harrie Jekkers te zingen: “Er was eens een koning machtig en groot, die had slechts één vijand en dat was de dood, Waarom moest de dood toch zijn leven bederven, waarom was ie zo bang, zo bang om te sterven?”. Laat het los, roept ze, muziek!

Tijdens het ontbijt hebben we het over de mooie muzikale avond. Wat mooi, als je zoals Arend zo positief je 67ste verjaardag kan vieren, met een gave aan je familie, vrienden en collega's. Een begaafd mens heeft veel te geven. Waar je gave ligt, kan je geven, waar je gave niet ligt wordt geven gemakkelijk weggeven, vertelde Paul Edauw mij vorige week. Zo is het! Ook de celliste Mayke Rademakers gaf zichzelf in het concert vol overgave in haar eigen compositie Stagioni, 4 jaargetijden, een muzikale reis door het leven. Af en toe een knipoog naar Vivaldi, en daarmee een acceptatie van het universeel menselijke, het tijdloze. Acceptatie van het leven, inclusief de eindigheid, de schoonheid van alles dat is en voorbijgaat.

Photo by Tom Swinnen: https://www.pexels.com/photo/focal-point-photo-string-of-violin-752535/

Alle emoties kwamen in het concert voorbij. Ze wist de hele Lutherse kerk in Kampen te vullen met slechts haar (elektrische) cello. Daartoe gebruikte ze onder meer een zogenaamd loopstation, waarmee ze telkens een paar maten speelde en gelijktijdig opnam. Door deze opname direct op repeat te zetten en dan al spelend de volgende laag toe te voegen en ook weer op te nemen, groeide de muziek soms uit tot een compleet orkest, om vervolgens weer weg te ebben en heel intiem – haast eenzaam – nieuwe richtingen in te gaan, die al dan niet opnieuw konden groeien. Zo gingen we door de Lente, de Zomer, de Herfst om in de Winter te eindigen.

De organisator en gastheer, Arend, is net als ik ergens in de herfst aangekomen. Elk van de vier jaargetijden van Mayke Rademakers bestond uit twee delen. Het eerste deel van de Herfst was de melancholie. Je overziet je leven, waar je nu staat, en er is vreugde over alles dat je hebt mogen beleven, en waar je gekomen bent. Daarna is er de storm, die ook bij de herfst hoort, de verandering, en al die mogelijkheden die nog in de lucht hangen. Het is nog lang geen winter, al liepen de laatste twee delen van het concert (de Winter bestond uit contemplatie en tenslotte epiloog) sneller door.

Al met al prachtig! Wat is de cello ook een schitterend en veelzijdig instrument, waarop zoveel kan. Ze gebruikte het instrument als percussie instrument, als geplukte bas, als gitaar. Alle cello technieken kwamen aan de orde. Bovenal speelde ze prachtig cello, wat een begaafde celliste! 

Na het concert vierden we het feest, en spraken we na, onder meer over het concert en de gastheer.

Wat een schril contrast met de pseudo-religie waar ik de eerste alinea over schreef, waarin we in een ongebreideld techno-optimisme doen alsof er niets aan de hand is, zelfs als dat niet waar is (met een muzikale knipoog naar Frank Boeijen). Dat we ons leven hebben, en dat het kostbaar en mooi is, is voor mij in ieder geval een waarheid, die ik ook met nog meer technocratische disruptie niet zou durven riskeren...

PS ik wil niet de indruk wekken geen belangstelling te hebben voor theoretische natuurkunde, die vind ik razend interessant! Maar als een kind (mensheid) moeite heeft een driewieler op de weg te houden (digitale techniek veilig en goed gebruiken), is een raceauto (kwantum computing) gewoon geen goed idee. Dus Viva la Musica ;)


vrijdag 14 februari 2025

Valentijnsdag en digitale vluchtigheid

In onze levens zijn wij allemaal continu aan verandering onderhevig. “Like vagebonds we meet and then we flee again” zong ik in Mary-Ann, de song die we in 1983 zagen als meest commerciële song van het album Whirling Dust. Onze verblijfplaatsen, deels fysiek en nu veel meer dan toen, deels virtueel op sociale mediaplatforms, zijn niet blijvend, en daarmee zijn wij inderdaad vagebonden, op onze trektocht door het leven groeien we in vriendschappen, situaties en posities, om er vaak ook weer uit te groeien. Daarbij is het naar mijn idee universeel dat we zoeken naar bestemming, naar ergens aankomen, waar we volledig thuis kunnen zijn, waar we volledig samenvallen met wie we “echt” zijn. 

                                                     Mijn lief toen ik haar ontmoette...

Juist deze weken besef ik dat ik de droom heb mogen verwezenlijken, die schuil ging achter deze song die ik meer dan 40 jaar geleden schreef. Mijn leven met mijn grote liefde Victorine heeft me thuisgebracht. Tegelijkertijd is de wereld die we als mensheid elke dag verder creëren, voor steeds meer mensen een veel te vluchtig thuis geworden. Meer dan praktisch alle "oudere" technologieën, is digitale techniek bij uitstek vluchtig. Waar bijvoorbeeld de Saksische boerderij waarin Victorine en ik wonen nog uit de 17e eeuw stamt, en het concept van het rietgedekte bouwwerk al aan het begin van het neolithicum werd toegepast (houtconstructie op het oer), is technologie nu steeds bewerkelijker om in de lucht te houden. Hoe zit dat?

Romeinse wegen konden tientallen jaren en soms zelfs eeuwen blijven liggen zonder veel onderhoud. Als ze maar af en toe gebruikt werden. Moderne asfaltwegen hebben beduidend meer onderhoud nodig, ook omdat ze veel complexer zijn (gladde asfalt toplagen, diverse onderlagen, drainage systemen, vangrails, verlichting, surveillance systemen, etc.). Bovendien moet er gesurveilleerd worden, en is er wegenwacht en andere services. Met de digitale snelweg is dit nog weer anders. Waar je nog zou kunnen zeggen dat een wegen- of spoornet op een zeker moment af is en nog slechts onderhoud vereist, is een digitaal systeem nooit af.

                           De song speelt af door er op te klikken

Stel je voor dat wij, publiek, zouden zeggen dat we met onze computers en internet tevreden zijn. We hoeven niet meer dan we er vandaag mee kunnen. Kunnen we dan zeggen dat we geen updates meer nodig hebben, en dat we de apps die vandaag tot volle tevredenheid ons laten tekstverwerken, muziek opnemen en luisteren, films maken en kijken. gamen etc voldoende zijn? Nee, want alleen al het veilig houden van de systemen (tegen hacks, internet criminelen, geheime diensten, etc.) vereist een complete wapenwedloop (of preciezer technologie wedloop). Het is letterlijk een race naar nergens. Of ja, naar steeds meer geavanceerde systemen, met alle risico's en gevaren van dien. Het internet zal nooit af zijn. Niemand zal daarin ooit zijn/haar bestemming vinden. De essentiële vraag in Mary-Ann is “Where will I stay at last, will it be worth to go”?

Als ik nu luister naar Mary-Ann, dan snap ik dat hoewel we per definitie zolang we leven aan verandering onderhevig zullen blijven, we wel onze plek kunnen vinden, bij en vooral met elkaar. Dat zit inderdaad niet in bezit, en nog minder in een technologische heilstaat die ons soms door “idioten” wordt voorgehouden. We zullen het echt zelf moeten doen. Veel positiever gezegd, we mogen het zelf doen, samen, ondanks dat we 24/7 gesurveilleerd worden, om vervolgens te worden gebombardeerd met zaken die ons zouden motiveren om van alles en nog wat te vinden, willen, of laten. Zo moeten we vandaag op Valentijnsdag de liefde vieren, collectief, wereldwijd. Voor mij geen moeilijke opdracht. De felicitaties gaan naar mijn schoondochter Tessa (zij is jarig op 14 februari), en mijn liefde naar mijn lief, kinderen, vrienden, collega's en connecties! En wat betreft veranderen, ik hoop nog even door te gaan met veranderen! Of, zoals mijn lief het noemt, niet anderen, niet ver-anderen, maar voor anderen!

donderdag 6 februari 2025

Niet dat ik huil, natuurlijk niet (stapelen).

In ons huis stapelt zich telkens weer van alles en nog wat op. Het is logisch dat een groot gezin, waarvan de meesten ondertussen zijn uitgevlogen maar nog regelmatig even iets moeten stallen, veel dynamiek met zich meebrengt. Bovendien ben ik gek op verbouwen en knutselen, en heeft onze Saksische boerderij ook ruimte genoeg. Elk jaar organiseren we wel een dag dat we afstand doen van spullen. Dan wordt het kringloopwinkel, of de afvalverwerking. En … afscheid nemen bestaat! En het kan heel goed, haast reinigend voelen. Tevens is er altijd ook weemoed. Als ik een knuffeldier van mijn kind inbreng bij de kringloopwinkel, dat jarenlang is gekoesterd, of een muziekinstrument, dat vol van verlangen en verwachting gekocht is door een veel jongere versie van mezelf voor een kind dat zomaar is verdwenen en als een volwassen mens met hele andere wensen en verlangens het voortaan zelfstandig uitzoekt, beginnen mijn ogen zomaar te tranen. Niet dat ik huil, natuurlijk niet, afscheid nemen is noodzakelijk, net zo noodzakelijk als verbindingen aangaan, als openstaan voor nieuwe uitdagingen.

                               Een veel jongere versie van mezelf 

Zo heerlijk fris en zuiver als de winter soms voelt, als al het leven in de planten zich heeft teruggetrokken tot een belofte, die schuilhoudt om in het voorjaar uit te breken als de tijd (niet meer) rijp is, zo verfrissend voelt het voor mij om afstand te doen van lust (bezit) die (bal)last is geworden. Meestal zijn dat slechts spullen, maar het kan ook een situatie zijn waar je uitgegroeid bent, en uit gewoonte in bent blijven hangen. 

De herfst komt voor mij altijd te vroeg, maar die eerste koele wind, die verandering aankondigt, die me op scherp zet en oproept om me klaar te maken voor de winter, herinnert me aan de opgestapelde rommel, die “schreeuwt” om afstand van te doen.

In de song Autumn Night (1983) overzag ik aan het begin van mijn arbeidzaam leven (volwassenheid) wie ik was en wat ik bezat. Op Whirling Dust '24 (2024) is deze song behoorlijk confronterend voor me, het is alsof ik op een door opstapelen ontstane hoogte sta, nu aan het eind van mijn arbeidzaam leven. Ik moet loslaten om een volgende fase in te gaan. Ook nu is loslaten noodzakelijk en hopelijk reinigend. De wereld is veel complexer geworden, en daar heeft ook “mijn” vakgebied (Kunstmatige Intelligentie, ik studeerde af op één van de allereerste muziek genererende AI) aan bijgedragen. Ik zou willen dat we nooit op dat pad waren terecht gekomen, ook al begrijp ik dat met Prometheus in de oudheid, en recenter Frankenstein en vele fantasieën over machines met Agency (een eigen wil), dat pad altijd onvermijdelijk is geweest.

Wellicht is één van de grote problemen van ons mensen wellicht dat we slecht zijn in opruimen, in afstand nemen, of nog moeilijker, afscheid nemen. We stapelen en stapelen, bijvoorbeeld de ene (verkwistende) techniek op de volgende en als die minder verkwistend is, zal die nog algemener worden, waardoor er weer hele andere nadelen zichtbaar zullen worden. Resultaat steevast: nog meer verkwisting. Zo ben ik uit de overtuiging dat WhatsApp “slechter” is dan Signal, overgestapt met als gevolg... dat ik nu 2 platforms in de gaten moet houden, want ik wil me ook niet buitenspel zetten voor al die contacten die op WhatsApp blijven. Gelukkig kunnen we de herfst niet tegen houden, net als het sterven, zodat er af en toe een nieuw speelveld ontstaat voor hen die dat ook verdienen.

Het afgelopen weekend mocht ik figureren in een film van een uitvaartmaatschappij. Wat mij opviel, is dat net als bij de sloopbedrijven, hier echt duurzaam en circulair gedacht en gewerkt wordt. Memento mori. Het toelaten van zowel groei, als krimp, bij ons prachtig getoond in de 4 jaargetijden, is echt reinigend. Transformatie is ook loslaten en dus iets heel anders dan opstapelen!


Winter, slapen en… ontwaken!

Slapen en ontwaken. Ieder van ons wordt elke dag wakker in een eigen universum, met eigen gedachten, ervaringen en herinneringen. Ieder indi...