vrijdag 29 juni 2018
Muziek en technologie
vrijdag 22 juni 2018
Meer is nooit genoeg!
Afgelopen weekend heb ik de douchethermostaat kraan met douche vervangen.
De keramische elementen waren stuk gegaan, waardoor de kraan was gaan lekken,
en weken in een azijnbadje hielp niet meer. Vaak zetten dit soort klusjes mij
aan het denken. De set die ik verving was "duurzaam", dat wil zeggen,
veel zwaarder metaal en 3 keer zo duur als een goedkope set. Maar de keramische
schijven gaan ook stuk, en vervanging van alleen het binnenwerk van de kraan is
2 keer zo duur als een nieuwe (minder) duurzame set. Als ik alle duurzame
"gesloopte" elementen van topkwaliteit bij het afval zet, besef ik me
dat duurzaam in dit geval alleen maar nog meer verspilling betekent.
Bij ons in huis staat de discussie over het verkleinen van onze ecologische
voetafdruk dagelijks op het menu. Dit weekend, bijvoorbeeld, is mijn vrouw voor
het hele gezin overgegaan op zeep en shampoo die niet in plastic flessen zit.
Mijn jongste zoon is bezig met zijn profielwerkstuk over de milieuschade die de
grootschalige vleesconsumptie met zich mee brengt. Zo blijkt bewuster vleeseten
zoals onder meer werd gepromoot door de meat-free days actie (van ex-Beatle
Paul McCartney) te werken: er wordt zo'n 20% minder vlees gegeten per hoofd van
de bevolking dan 10 jaar geleden. Alleen worden er 10 % meer dieren voor de
vleesconsumptie geslacht. Mensen willen als ze minder eten wel allemaal dat
lekkere stukje, wat helaas per dier beperkt beschikbaar is. Mijn zoon is
vegetariër geworden.
Vorige week donderdag had Saxion een grote tent afgehuurd op "het
grootste kennisfestival van Nederland". Acht Saxion lectoren hielden
samen met hun studenten een toespraak over smart Technology. Tussen de lezingen
door liep ik het festivalterrein af. Wat een overdaad! In ieder hoekje en
gaatje stond iemand te spreken, of zat iemand met een gitaar. Op de grote podia
stonden de futurologen voor tussen de 5000 en 8000 euro hun gebakken lucht op
te dienen. En weer trapte ik er in, en liep naar binnen in zo'n tent met een
"hoofdact". En weer een volkomen inconsistent verhaal, waar het
publiek zichtbaar van gediend was. De boodschap: "We moeten echt
veranderen, want of we willen of niet, door de artificiële intelligentie zal de
wereld meer veranderen dan ooit te voren, hoorde ik een publiekslieveling
prediken". En hij kan het weten, want hij schrijft er elk jaar een bestseller
over!
Eén refrein klinkt door in het kennisfestival: Meer is beter dan genoeg.
Mijn collega's die echt onderzoek hebben gedaan en daar in de Saxion tent met
hart en ziel over vertelden, kregen natuurlijk niet de aandacht die de
"bekend van televisie" persoonlijkheden met hun
"windowdressing" kregen. Mensen hadden per kaartje 200 euro betaald.
Dan moet je toch de grootste schreeuwer wel even bewonderen, zodat je op een
volgende verjaarspartij kan zeggen dat je naar hem toe bent geweest (vergeef me
het seksisme, maar het zijn alleen mannen die zo schreeuwen).
Biologisch gezien is de mens een door schaarste aangedreven soort en eet
hij zoveel mogelijk omdat het onzeker is, bv over wanneer er weer voedsel zal
zijn. Cultureel gezien is deze schaarste-gedreven basis uitgebreid tot andere
producten dan voedsel: we zijn verzamelaars. Rationeel weten we dat we minder
moeten gebruiken om een duurzame toekomst te bereiken. Maar als we duurzamere
artikelen kopen en die ook bij de volgende modegolf vervangen, volgt duurzaam slechts
hetzelfde refrein: meer is beter dan genoeg. En dan versnelt dit alleen onze
ondergang, zoals in de titel van het Heere Heeresma boek Hip, hip, hip voor de
antikrist. Dat geldt ook voor onder meer de genoemde toename in de
vleesproductie en voor de duurzame douchekraan.
In een heel klein hoekje van het festival, heel stil, stond een Tiny
Houses-stand. Ik stond daar een tijdje. Het verdiende zeker veel meer
aandacht. Ik stelde voor dat de mensen van Tiny Houses de volgende keer een
nieuwe tijdgoeroe zouden uitnodigen, bekend van televisie en elk jaar een boek.
Ze antwoordden dat ze dàt niet konden betalen! Tot slot wil ik nog even
terugkomen op de enige vrouw die momenteel ook volle zalen trekt, en dan niet
alleen in Nederland, maar over de hele wereld: Kate Raworth. Econoom en Oxford
professor, gespecialiseerd in nieuwe businessmodellen die onze toekomst echt
moeten verduurzamen. Al mijn hoop is op haar gevestigd!
vrijdag 15 juni 2018
Beta talent forward (2)
Alle kandidaten van het bèta talent forward project
beschikken over opmerkelijke (intellectuele) kwaliteiten. Maar in onze tijd is
het steeds gebruikelijker dat in processen het intellect van de groep (stam of
"tribe") wordt benut, en daar kan uiteindelijk praktisch geen enkel
individu tegen op. Denk maar eens aan Wikipedia; iedereen kan een artikel
schrijven of aanpassen, zonder top-down toezicht. Als iets niet (meer) klopt,
zal de tribe het corrigeren. Zonder centrale redactie en
zonder hoofdredacteur heeft Wikipedia alle traditionele encyclopedieën qua
kwaliteit en compleetheid ver achter zich gelaten. Een ander voorbeeld van de
kracht van de groep, vormt de organisatie van ziekenhuiszorg. Je krijgt niet
meer te maken met het uitzonderlijke talent van één dokter of zuster
Nightingale, maar met een team van perfect samenwerkende zorgverleners. ICT
speelt hierin een essentiële rol. Laatst was ik bijvoorbeeld met mijn
schoonouders in het ziekenhuis, en na enkele uren hadden we 16 zorgverleners
gesproken en was het acute gevaar systematisch gedetecteerd, aangepakt en
verdwenen. Zorgverleners hoeven elkaar niet eens bij naam te kennen! Nogmaals,
het intellect van het team.
Terug naar onze deelnemers. De moeilijkheid om aan de
slag te komen, ligt er mede in dat ze perfect tot grootse intellectuele
prestaties in staat zijn, maar dat ze vaak onbewust en ongewild zichzelf
tegenover het intellect van de groep plaatsen. En dan kom je in een positie, of
"strijd" die je steeds minder makkelijk kunt winnen. Vorige week heb
ik hier in mijn blog bij stilgestaan. De vraag is nu, hoe onze autistiforme
beta talent kandidaten hun krachten kunnen gebruiken als onderdeel van de
"tribe", zodat ze de intelligentie van het team versterken.
Twee invalshoeken. De eerste komt uit de
wetenschappelijke literatuur. De Amerikaans professor Amy Edmondson heeft
onderzoek gedaan naar de condities waaraan een team moet voldoen als mensen die
elkaar niet kennen direct succesvol moeten samenwerken. Te denken valt dan aan
een reddingsteam. Het gaat dan om hele andere processen dan bij een perfect op
elkaar ingespeeld team, dat als één machine handelt, zoals een band, orkest of
voetbalteam. Nieuwe en unieke situaties vragen om unieke en vaak individuele
talenten, juist zoals onze kandidaten die bezitten. De oplossing is niet op
voorhand aanwezig. Autistiforme mensen kunnen bij innovatie een essentiële rol
spelen (en doen dat ook vaak, zoals we weten), maar hebben zoals gesteld soms
moeite met het opgaan in het team.
Volgens Edmondson komt dit omdat ieder mens geleerd
heeft vanuit kennis en weten op te treden. Voor specialisten en toptalenten
geldt dit nog sterker, je wordt gewaardeerd vanwege je talent. Hoe onzeker je
sociale onbegrip, of "andersheid" je ook maakt, je hebt in
ieder geval je kennis. Soms beschermen we dat met het overschreeuwen van onze
onzekerheid. Ieder mens is neurologisch gevormd om vanuit "kennis"
(zekerheid) te handelen. Maar waar we weten, staan we niet of
verminderd open om te leren. In een team is de openheid en
veiligheid noodzakelijke om ook iets (nog) niet te mogen weten. Juist voor
autistiforme mensen, die vaak minder op teamwork gericht zijn en dan ook minder
ervaring met teams hebben, is dit extra moeilijk, ook omdat ze toch al vaak als
anders worden gezien. Edmondson komt zo tot haar 3 voorwaarden om in een team
te kunnen floreren: nederigheid (durven uit te gaan van je (nog) niet weten),
nieuwsgierigheid en psychologische veiligheid. Nederigheid is
hierbij niet hetzelfde als verlegenheid en zelfs niet als bescheidenheid; deze
eigenschappen zijn bij onze kandidaten goed vertegenwoordigt.
De tweede invalshoek komt van mijn collega Frederieke
Hermsen (antropologe) en heeft betrekking op de oxytocine niveaus: uit
onderzoek komt naar voren dat mensen veel makkelijker in teams kunnen werken
als het oxytocine niveau hoog genoeg is. Paul J. Zak liet zien dat oxytocine
met name het vertrouwen tussen teamgenoten verhoogt. Bij onder meer knuffelen
en aanraken komt oxytocine vrij, en juist deze zaken zijn bij autistiforme
mensen soms minder vanzelfsprekend. Misschien, zo suggereert Frederieke met een
knipoog, moeten we de kandidaten regelmatig massages aanbieden onder het mom
van RSI preventie. Ook zou aan de verbinding met kunst en toneel gedacht kunnen
worden. Hoe dan ook, in het project gaan we vanaf nu proberen om veel meer
gericht de koppeling te maken tussen de intelligentie van de groep en de
(unieke) intelligentie van de kandidaten. Laat ik zelf het goede voorbeeld
geven: wie suggesties heeft hoe we dit kunnen aanpakken, mag het zeggen!
vrijdag 8 juni 2018
Beta talent forward (1)
Na ruim een jaar ons project Bèta talent forward te
overzien, valt me één eigenschap van de kandidaten sterker op dan alle andere
zaken: een gebrek aan vertrouwen in het werken in teams. Het project is
ingericht voor mensen binnen het autistisch spectrum met uitstekende
(cognitieve) competenties, die desondanks geen baan kunnen vinden of behouden.
Aanvankelijk was ik geneigd het probleem meer een probleem van de huidige
samenleving te vinden en de daarbij behorende reguleringen met betrekking tot
de inrichting van het werk. En dus niet een probleem van de kandidaten, hoewel
het vaak originele denkers zijn die niet altijd direct bereid zijn om hun eigen
denksporen te verlaten om mee te gaan in die van anderen. Tegelijkertijd is het
benutten van de kracht van de groep, het collectief, in onze tijd veel sterker
de norm geworden dan toen ik jong was. Samenwerken, in groepjes oplossingen
zoeken, is nu al van jongsafaan onderdeel van het onderwijsprogramma. Onze
kandidaten zijn vaak specialisten in zelfstandig denken en werken. Omdat dit
tegenwoordig zo weinig gevraagd wordt - werken gebeurt vooral in
"teams" - neigen ze stil te staan. Of te hollen, als er toch iets
individueel uitdagends wordt gevraagd. Bij het ondervraagd worden doen ze niets
en "lekt" de motivatie weg, en bij uitdaging weten ze van geen
ophouden. Zelf hebben de meesten ondertussen uitstekend geleerd om hun
"autisme" de schuld te geven van hun slechte planvaardigheden. Maar
is dat wel terecht?
Hier ben ik geneigd tot een tamelijk laf antwoord: ja
en nee. Eerst de nee. Indien vakmanschap op het gebied van denken (filosofie,
logica, wiskunde), ontwerpen (STEM: science, technology, engineering and
mathematics) en de kunsten meer zoals vroeger als individueel ontwikkelbare
complexe vaardigheden zouden worden gezien, en er in overeenstemming met deze
visie individuele prestaties gevraagd en gewaardeerd werden die later
hiërarchisch in elkaar geschoven zouden worden, zouden de slechte
planvaardigheden en bijeffecten (wisselende en regelmatig tekortschietende
zelfzorg en regulatie) grotendeels als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Maar eerlijk is eerlijk, de wil/mogelijkheid om met
elkaar binnen het team te delen, is soms bij de autistiforme kandidaten echt te
klein. Natuurlijk zijn er altijd zonderlinge genieën die vanaf een zolderkamer
volkomen "out of the blue" wereldschokkende innovaties bedenken. Maar
meer dan ooit tevoren leven we nu in een netwerksamenleving. Als de kandidaten
echt zouden leren hun bereidheid om samen een team te vormen te verhogen,
zouden ze naar mijn verwachting enorm in succes met betrekking tot arbeids(re)
integratie winnen. En als ik vanuit dit gezichtspunt naar mezelf kijk, moet ik
mijn eigen neiging erkennen om alleen te werken: het schrijven van blogs,
muziekalbums opnemen vaak grotendeels in mijn eentje. Terwijl ik echt het plezier
zie van samenwerking, bijvoorbeeld in het beta-talent project, een van de
mooiste projecten waar ik tot nu toe aan heb gewerkt. Hoe is het mogelijk dat
dit zo moeilijk is voor onze kandidaten? Is er een verminderde behoefte om te
delen in een team door een (te) hoge behoefte om gewaardeerd te worden?
Het is een vicieuze cirkel. Je wordt gewaardeerd
vanwege je "talent", bijvoorbeeld je vermogen om problemen te
formaliseren. Je hebt veel tijd en energie geïnvesteerd om op je huidige niveau
te komen, en bij deze typische "autistiforme" specialismen was
dit veel tijd in isolatie, los van de wereld. In teams moet je jezelf loslaten
en hopen dat het team je terugvindt. Maar veel spelers hier hebben juist
geleerd om hiërarchisch goed voor zichzelf te zorgen. En jij bent onzeker, dit
spel overzie je nog lang niet. Je ziet "macho" teamleden met
"jouw" veren pronken en zit onzeker zwijgend in een hoekje. Totdat je
schreeuwt dat de ander met jouw veren pronkt. En dat is, wederom wat laf geformuleerd,
evenzeer waar, als niet waar. Maar voor het team heb je met je
"meltdown" bewezen "gewoon" een nerd te zijn. En voor
jezelf om het team te wantrouwen. Hoe moeten we dit doorbreken?
(Wordt vervolgd)
vrijdag 1 juni 2018
Help!
Gisteravond zat ik op Netflix samen met mijn vrouw en
middelste dochter te kijken naar Sherlock Holmes, die in de Amerikaanse variant
Elementary opmerkt bij een zeer ingewikkelde cases "Some problems need
flexible intelligence to be solved". Een zin die me herinnerde aan het
model van Jay Belsky van de "genetic differential susceptibility" met
betrekking tot nurture invloeden. De gedachte is dat sommige individuen
genetisch over meer potentiële mentale flexibiliteit beschikken dan anderen, en
dat dat evenzeer een voordeel als een nadeel kan betekenen. Genetisch is het
handig voor een soort als veel voor overleving noodzakelijke eigenschappen in
de "hardware" (DNA) van de individuen zit
verankerd. Echter, soorten die veel ruimte bieden voor opvoeding, zoals bij
uitstek de mens, moeten over wat ik eerder noemde een hardware systeem
beschikken waarop veel verschillende software ontwikkeld en afgespeeld kan
worden. Het model van genetic differential susceptibility heeft
als hypothese dat sommige individuen over extra flexibiliteit beschikken en dat
dit, in de woorden van Belsky "for better and for
worse" is.
Opvoeding en de omstandigheden daarbij zijn voor
susceptibele personen extra belangrijk. Het komt als dingen fout gaan, niet
zomaar goed. Maar onder gunstige omstandigheden kunnen deze personen tot de top
komen. Een beetje als formule 1 wagens, er blijft aan gesleuteld worden tot het
circuit, maar op het circuit zijn de prestaties ongekend (als je geluk hebt)!
Maar de eerste de beste Fiat Panda is geschikter om boodschappen te doen, of
een familiebezoekje af te leggen. Individuen die over extra flexibiliteit
beschikken zouden emotioneel minder stabiel zijn en bijvoorbeeld gevoeliger
voor verslaving, of verlegenheid, sociale afzondering etc. Ze hebben dan ook
meer ondersteuning uit hun omgeving nodig om goed te kunnen ontwikkelen (net
zoals de formule 1 wagens meer technici op het circuit nodig hebben). En
daarmee zijn we terug bij Sherlock, die zichzelf beschrijft als een ex-verslaafde,
een high-functioning sociopath, of neuro atypische persoon (Asperger), maar met
een hoge mate van intellectuele plasticiteit/flexibiliteit. Om te kunnen
functioneren heeft hij dr. Watson continu als "hulpje" nodig, 24 uur
per dag. In de Amerikaanse versie is de doctor een vrouwelijk chirurg - Joan -
die Sherlock aanvankelijk tijdens een sabbatical als buddy begeleidt na het
afkicken van een verslaving. Ze structureert het leven van Sherlock en hij laat
haar dan ook nooit meer gaan.
Positief aan deze hypothese vind ik dat we hiermee
heel anders tegen (hoogfunctionerende) autisten en andere a-typische individuen
aan kunnen kijken. Een formule 1 wagen is niet een gestoorde boodschappenwagen,
maar een uiterst ontwikkelde en gevoelige high-tech machine, die om tot wasdom
te komen aandacht en ondersteuning nodig heeft. Juist bij grote veranderingen
voor de mensheid, stond dikwijls een radicaal anders denkende aan de basis.
Formule 1 lijkt een individuele sport, maar het is een teamsport bij uitstek.
Niet neurotypische mensen zijn vaak individualisten, maar hebben bij uitstek
anderen en verbondenheid nodig. Van de 19 % mensen met autisme die geheel geen
werk of structurele dag invulling hebben, heeft 43% een IQ boven de 115 en 21%
zelfs boven de 130. Zij hebben hulp nodig om het juiste circuit te vinden, en
dat begint met erkenning. Erkenning is niet hetzelfde als ontkenning, er is wel
degelijk een probleem, maar er zijn ook unieke kansen, voor ieder individu!
Monopoly (SROI2)
Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...
-
Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...
-
Als een vuur verspreiden alle nieuwe technologieën zich, in alle richtingen, van mobiliteit tot luchtvaart, van ICT tot genetische manipulat...
-
Onderwijs en het zogenaamde Matheus-effect (de rijken worden rijker, de armen armer) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zo liet de ps...
-
In het autismeonderzoek zijn de afgelopen decennia drie theoretische modellen ontstaan: de Theory of mind ( ToM ) , de weak central cohere...