donderdag 17 december 2020

Copy-Paste en transformatie: op een menselijke toekomst!

Alweer de laatste blog van dit kalenderjaar. Vanochtend namen mijn collega lectoren en ik afscheid van onze directeur, die ik in mijn blogs altijd mijn baas noem, Caroline van de Molen. Van haar kreeg ik het prachtige boek van Rutger Bregman “De meeste mensen deugen”, dat in september 2019 verscheen en waarvan inmiddels al de 14de druk is verschenen. Zo met de kerst op komst en de tweede volledige lock-down als een feit, is dat een heel mooie boodschap. 


Mensen raken, zo betoogd Bregman, onder zware omstandigheden niet, zoals vaak gedacht wordt, dat dunne laagje vernis (beschaving) kwijt en vallen terug op het dier dat we van binnen zouden zijn. Integendeel, het blijkt dat mensen juist elkaar veel meer gaan helpen, we zijn onder de oppervlakte, zoals ook ik eerder betoogde, buitengewoon betrouwbaar en genetisch verankerd tot samenwerking. Zo wordt er na bijvoorbeeld een natuurramp (Katrina) in het nieuws continu verslag gedaan van plunderingen, moord en verkrachting, maar blijkt na onderzoek dat dit niet (of zeer uitzonderlijk) aan de orde is geweest. Hetzelfde geldt voor Londen (en Berlijn) na de bombardementen in de tweede wereld oorlog: mensen waren vooral bezig elkaar te helpen weer op te staan. Nassim Taleb noemt dit “anti fragiliteit”.  Juist in samenwerking, in wederopbouw, komen we tot ons recht. Techniek, media (nieuws, bijvoorbeeld) en andere verslavingen die ons alle speelruimte om te bouwen, werken en vooral samenwerken uit handen nemen, zijn ondanks de voordelen en bevrediging op de korte termijn, zeker niet behulpzaam op de lange(re) termijn in het benutten van onze potentieel positieve krachten. 


Ten diepste zijn wij mooie wezens, en een positief beeld van de mensheid zal zeker helpen onze wereld warmer en meer verbonden te maken. Copy-paste is onbedoeld één van de krachtigste wapens tegen zo’n positief mensbeeld, omdat goedkope herhaling het echt samenwerken en beleven in de weg gaat staan. Tumorcelvorming is bijvoorbeeld ook zo’n korte termijn goedkope copy-paste werkelijkheid, zonder rekenschap te geven van de complexe cellulaire verplichtingen en samenwerkingen die voor het voortbestaan van het organisme op de langere termijn noodzakelijk zijn. Maar de verspreiding van positieve ideeën en kennis, is natuurlijk ook op copy-paste gebaseerd. Net als de verspreiding van leven. Volgend jaar kom ik uitgebreid terug op de verschillen tussen kwalijke en goede copy paste … 


Voorlopig wens ik Caroline heel veel succes op haar nieuwe academie, opdat ze het fantastische leiderschap dat wij op de AMA hebben ervaren daar naartoe transformeert, in positieve copy-paste. En alle lezers wens ik fijne kerstdagen, met onze kerstsong, vrij te copy-pasten. Mijn gezin zendt haar liefde voor onder iedere kerstboom! Stay Safe This Christmas en tot het nieuwe jaar!


https://youtu.be/WtDRD7RBuNg


vrijdag 11 december 2020

Iedereen zijn/haar eigen wiel!

Hoe leefbaar is een wereld waarin alles al voor je gedaan is? Waar je bij alles wat je kunt bedenken, te horen krijgt dat dát al bestaat. “Laten we het wiel niet opnieuw uitvinden” getuigt niet alleen van een cognitieve gemakzucht en het uitrangeren van fantasie, maar er ligt een diepe moedeloze hopeloosheid in opgesloten. En laten we het toegeven, telkens weer blijken nieuwe stromingen teweeg worden gebracht door juist die mensen die wel “schaamteloos” (against all odds) durven zichzelf opnieuw uit te vinden, en te geloven in hun eigen creatieve innovativiteit, vaak tegen alle modeverwachtingen in. Mensen die bijvoorbeeld muziek bedenken die ze willen (ook al bestaat die dus al 1000 keer). Zo werden de Beatles aanvankelijk (in de jaren 60) absoluut niet als muzikaal vernieuwend gezien, en werd bij het gloren van het modernisme rond 1904 Sergej Rachmaninov door meerdere kunstcritici als hopeloos verouderde romantiek gezien. Maar deze “vernieuwers” hebben het nog gemaakt, de meeste creatieve “vernieuwers” zijn in onze grootschalige internetwereld gedoemd om dwergen te blijven. Want zo werkt grootschaligheid, een steeds kleiner wordend percentage (bv 1 procent) van de (creatieve) ideeën, kunst/uitvindingen, theorieën, technieken, of artiesten krijgt een steeds groter wordend percentage (bv 99 procent) van alle beschikbare (wereldwijde) aandacht: een paar reuzen (wereldsterren) en een heleboel dwergen (Zhong & Michahelles, 2013). Bijvoorbeeld programma’s als The Voice of Holland en Holland's Got Talent, hebben er geen enkele moeite mee om elke keer weer talenten aan te dragen die minstens zo veel kwaliteit tonen als het handjevol “wereldsterren”. In een geglobaliseerde wereld is nu eenmaal maar een beperkt aantal globale podia (letterlijk en figuurlijk) mogelijk.

Voor de ontwikkeling van harde (eenduidig bewijsbare) kennis, is schaalvergroting nuttig. De exacte wetenschappen zijn in een stroomversnelling gekomen, doordat de thema’s die om oplossingen vragen, wereldwijd worden aangepakt en iedere betrokkene kan leren van de meest recente stand van zaken. Hier is het voordelig als het spreekwoordelijke wiel niet telkens opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Dit geldt voor zuiver natuurwetenschappelijke en wiskundige kennis. Maar er is zoveel in onze wereld waarvoor dit niet geldt, zoals al die andere wetenschappen, de kunsten, onze dromen en onze levensvreugde in ons alledaags bestaan. Zo moet bijvoorbeeld tot vervelens toe iedere psychologiestudent de zelfdeterminatietheorie van de psychologen Ryan en Deci leren: het ervaren van autonomie, verbondenheid en competentie leidt (vaak) tot intrinsiek gemotiveerde mensen (een open deur: dit kon men je in de middeleeuwen al vertellen). Ook blijven theorieën die onzin zijn gebleken tot de verplichte kost behoren, zoals het behaviorisme van B.F. Skinner (1904-1990) die onder meer geloofde dat dieren een door straf en beloning gevormde automaat waren. Hier geldt wat econoom Thomas Piketty beschrijft in boek Het kapitaal in de 21e eeuw dat rendementen uit vermogen sneller groeien dan het vermogen uit eigen arbeid (of denken, of creativiteit), met als gevolg dat het verleden het heden opeet. Dus in feite staat geloof in “alle reeds uitgevonden wielen” het vrij kunnen ontwikkelen in de weg. In deze blog werkte ik dat 2 jaar geleden uit. Fijn dat Deci en Ryan een wiel opnieuw uitvonden, maar laat dat nu weer niet alle andere potentieel opnieuw uit te vinden wielen in de weg staan.

Het zou mooi zijn als we terug zouden kunnen naar kleinschalige leefgemeenschappen, waarin de vreugde van het uitvinden van lokale oplossingen voor ervaren problemen een centrale plaats zou krijgen. Lokale verscheidenheid in plaats van copy-paste homogene grootschaligheid. Pas dan zou zingeving weer hoog aan de horizon komen, en zouden mensen die anders dachten of anders deden binnen zo’n gemeenschap niet perse buiten de boot vallen. Integendeel, ze kregen hun podium. Ieder dorp kende vele rollen, van dorpsgek tot “filosoof” en in een fijn en harmonieus dorp had iedereen een plek. Zoals de roos van de Kleine Prins (boek uit 1943 van Antoine de Saint-Exupéry). Op de planeet waarvandaan de Prins vertrok, was maar één roos. Zij vertelde de Prins dat er geen mooiere roos in het universum was dan zij. Toen de Kleine Prins hij bij zijn omzwervingen op de planeet Aarde een rozentuin trof met duizenden rozen, ontdekte hij dat dit niet helemaal waar was. Toch besloot hij, toen hij alle rozen had gezien, dat zijn Roos inderdaad de mooiste was, want aan haar had hij zijn hart geschonken. Een wereld waarin elke voorwerp continu geruild moet worden voor een beter (of mooier) exemplaar is buitengewoon rusteloos. Nogmaals, als het om harde (exacte) kennis gaat, is dit aanvaardbaar. Voor alle andere zaken in ons bestaan niet. Iedere stem is uniek, een ieders liefde is uniek, en wij zijn naar mijn mening veel beter af als we onszelf en elkaar regelmatig wat vaker toestaan het wiel opnieuw uit te vinden!

 Zhong, N., & Michahelles, F. (2013, March). Google play is not a long tail market: an empirical analysis of app adoption on the Google play app market. In Proceedings of the 28th Annual ACM Symposium on Applied Computing (pp. 499-504). 

vrijdag 4 december 2020

Geweten en techniek zijn tot elkaar veroordeeld!

Bijzonder is om te beseffen dat bijzondere krachten ook een bijzondere verantwoordelijkheid met zich mee brengen. Eigenlijk is het “geweten” waar de mensheid voor zover we weten sinds haar ontstaan over beschikt, wellicht een “slim” door moeder natuur “laten” ontstaan noodventiel, een soort “antwoord” op de door de mens ontwikkelde en nog te ontwikkelen technieken. Techniek en geweten zijn dan als het ware twee kanten van dezelfde medaille. Hoe zit dat?

Met het eerste instrumentengebruik (de hefboom en daarvan afgeleide instrumenten zoals de speer, hamer, het wiel en de katrol) en het leren benutten van externe energiebronnen (vuur en later stoom, elektriciteit, magnetisme en kernenergie), werd de mens in één klap veel sterker dan de spierkracht die moeder natuur haar had toebedeeld. Door taal, de derde techniek, konden we ook onze omgeving manipuleren in abstracto en ontstond logica. De drie technieken – hefboom, vuur en taal - bracht de mens van ongeveer halverwege de voedselketen naar de top. In potentie vernietigende krachten werden niet langer uitsluitende getemperd of gecompenseerd door natuurlijke tegenwichten (ziekte, schaarste, natuurlijke vijanden), omdat disbalansen konden worden opgeheven door systematische bewerking. Magie, mystiek, religie, wetenschap en wijsheid gingen in de loop der tijd in elkaar over en naast elkaar verder, en allen bewerkstelligden ze inzicht, begrip en verbondenheid. Gebruik van superkrachten – geweld, strijd, slachtpartijen – moesten ten dienste staan van een groter goed dan persoonlijk gewin, juist omdat bewustzijn het besef deed ontstaan dat individuele vrijheid altijd begrensd wordt door de onvrijheid van de Ander en omgekeerd. Want natuurlijk, negatief gesteld, kan je de mens - dankzij haar technologie - ook als een virus zien, dat zich overal kan innestelen, want door technologie zijn kou, warmte en predatoren verbannen (en daarmee een natuurlijke habitat en onherbergzame plaatsen van de mensaap Homo Sapiens). Vijanden bestaan nog maar nauwelijks, zelfs virussen krijgen we er onder. Dus vandaar dat geweten essentieel is. 

Geven en nemen moeten in balans zijn, in de directe omgeving, maar ook op wereldniveau. Een mens met geweten is in feite een economische mens. Maar in onze tijd is hetgeen wij nemen – energie en elektriciteit voor onze mobiliteit, wonen, leven en werken – niet meer te relateren aan wat wij daarvoor teruggeven. Ons geweten knaagt nog, als we zien hoe in de derde wereld door klimaatverandering oogsten mislukken, en mensen “onze” westerse technologie half hebben geassimileerd binnen hun leefsystemen, met als gevolg dat strijd en ellende en mislukte oogsten de ingrediënten vormen voor een vlucht richting onze “eerste” wereld. Maar we kunnen weinig doen, wij worden geregeerd door een van ons directe bestaan losgezongen economie van oneindige groei uit eindige middelen, door hightech giganten die ons mondiaal geweten uiterst comfortabel weten te verdoven met brood en spelen: games, socialmedia, filter bubles en telkens nieuwe musthaves.

Maar dat geweten is ouder dan alle moderne technologie en gegeven door Moeder Natuur zelf. Het is sterker, en ik ben er van overtuigd dat het uiteindelijk zal helpen het tij te keren. Get ready for a smart world betekent dan ook voor mij: luister (weer) naar je geweten, richt je op je directe leefomgeving en besef dat zelfs je huis verwarmen een superkracht is, die je ook moet verantwoorden. Daarvoor hebben wij al die mooie verhalen met ons bestaan meegekregen: magie, mystiek, wetenschap en wijsheid, en in onze dromen en levenskunst kunnen we ze op zo’n wijze leren verbinden, dat er ook na onze generaties nog menselijk bestaan zal zijn.

Ik ben er weer!

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...