vrijdag 29 januari 2021

Basisbehoeften: introverte- en uitbundige saamhorigheid

Iedere psycholoog weet het: als er één rode draad zit in het menselijk functioneren, is het wel dat praktisch ieder mens vooral gericht is op de anderen. We zijn sociale wezens, die continu op zoek zijn om van belang te zijn voor de anderen. Het idee dat we vooral voor ons zelf leven, is dan ook weinig reëel. Juist nu we vanwege de Corona Lock down op ons eigen huis zijn aangewezen, en bovendien leven met een avondklok, kan deze diepe menselijke behoefte om er voor de ander toe te doen gemakkelijk een andere vorm krijgen. Naleving van de van bovenaf opgelegde regels betekent in principe goed doen voor de kwetsbare medemens. Dit is hiermee naar binnen gerichte saamhorigheid, die rationeel is gemotiveerd. Meer naar buiten gerichte saamhorigheid heeft een doe-component en helaas vallen demonstreren en relschoppen hier ook onder. Dit zijn net zo zeer uitingen van eerdergenoemde menselijke behoefte aan contact en waardering van de anderen, als het je aan de regels houden om de ander te beschermen. Hoe zit dat?

Als we strijden, doen we het voor elkaar! Niemand gaat naar een voetbalstadion om alleen uit zijn/haar dak te gaan. Eén voor allen, en allen voor één. Ook voor popconcerten en dancefestijnen geldt dit, met z’n allen opgaan in datgene dat boven elke individualiteit uitstijgt. Hoe vreemd het ook klinkt, zonder gemeenschapszin zijn deze gebeurtenissen niet denkbaar. Juist nu de gemeenschapszin door een klein jaar “social distancing” is aangedaan, is het van belang de rationale achter het beleid te begrijpen: waarom wordt wat van iedereen verwacht. Immers, het op afstand voor elkaar van betekenis zijn - ieder voor zich thuis blijven en slechts via niet lijfelijke middelen het gemeenschapsgevoel voeden – draagt niet op dezelfde wijze bij aan de menselijke basisbehoefte om er voor elkaar te zijn, zoals echt samen iets ondernemen dat doet, of echt elkaar kunnen omhelzen. Natuurlijk gaat er ook een gevoel van saamhorigheid uit van het idee dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, maar dat is van een andere orde dan samen opgaan in een viering. En vieringen, kerkdiensten, popconcerten en zelfs demonstraties zijn niet mogelijk. 

Er zijn dus twee bewegingen van saamhorigheid: 1. Introverte saamhorigheid: samen sterk zijn en zo de zwakkeren in de samenleving beschermen en, daar tegenover, 2. Uitbundige saamhorigheid: vieringen, waaronder (helaas) ook genoeg hebben van het je onderwerpen aan vrijheidsbeperking die je niet of nauwelijks begrijpt, en samen uitbreken.

Het is bijna een jaar lang heel goed gelukt om een ontluikend en vitaal verlangen om saamhorigheid op te zoeken in uitbundigheid (beweging 2) te onderdrukken; jong en oud heeft zich uitstekend min of meer aangespoord op rationele gronden gehouden aan Introverte saamhorigheid. Beweging 2, uitbundige viering (concerten, dancefeesten, demonstreren, en voor de ouderen onder ons kerkdiensten, culturele vieringen etc.), is (tijdelijk) naar de achtergrond verplaatst. Of onderdrukt?

Als je de uitbarstingen van relschoppen, geweld en geventileerd onbegrip ziet met name sinds afgelopen weekend de avondklok is ingesteld, zou je dat haast gaan denken. De behoefte naar saamhorigheid is universeel, en in deze rationeel te begrijpen afstandelijke tijd hoeft er maar iets aan de rationale te ontbreken en we hebben een (beweging 2) "uitbraak", vooral als je jong en energiek bent. En nu ontbreekt er iets! 

De rationale achter de avondklok is minder duidelijk. Waarom een avondklok? De politici (waaronder Rob Jetten) en zelfs medici (Diederik Gommers, bijvoorbeeld) die sceptisch waren en zich openbaar afvroegen of dit nu echt zou bijdragen aan de vermindering van de verspreiding van het virus (of de Britse variant), waren zo maar om, zonder verder uitleg te geven, na een gesprek met het OMT. Het publiek moet het doen met vertrouwen en speculeren, waardoor beweging 2 helaas bij bepaalde groepen de overhand krijgt. De 2e beweging kan namelijk makkelijker “gekaapt” worden door populisten die het niet goed met de wereld voor hebben, (neo)nazi’s, complotdenkers en narcisten. Daar tegenover geldt zerotolerance en dat is deze week uitstekend aangepakt! Maar leerzaam is het wel ("voer voor psychologen"). Urk, bijvoorbeeld, want religie en radicaliseren staan in mijn beleving altijd ver uit elkaar, maar dit is de praktijk vandaag. En dat is een stuk dichter bij huis dan radicaliseren alleen in verband te brengen met religie en het Midden Oosten.


vrijdag 22 januari 2021

Onbegrip!

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik begrijp het niet! Wel begrijp ik dat Corona een enorm gevaarlijk virus is, dat in de huidige vorm mensen vanaf de tweede levenshelft behoorlijk ziek kan maken en ouderen zelfs makkelijk fataal kan worden, zeker zonder zeer intensieve medisch/verpleegkundige zorg. Ook begrijp ik dat de ziekenhuizen – en breder – de gezondheidszorg niet opgewassen zijn tegen de gevolgen van dit virus als het niet wordt afgeremd door het nemen van maatregelen. Dat de maatregelen onze economie, en ook ons maatschappelijk bestel en daarmee onze sociale en geestelijke gezondheid beïnvloeden, is eveneens duidelijk. Maar het virus (inclusief al haar potentiële risico’s) vrij spel geven, is onacceptabel, daar zijn zo’n beetje alle landen van de wereld het over eens. Mensen die het virus ontkennen, neem ik wat dat betreft dan ook cognitief gezien niet serieus. En laten we eerlijk zijn, als het virus muteert naar een variant die bijvoorbeeld fataal zou zijn voor veel kinderen tot 15 jaar oud – althans zonder hightech intensive care – dan zullen deze ontkenners waarschijnlijk snel in hun complottheorieën stikken. En het is zeker niet uit te sluiten dat zo’n mutatie komt, meerdere virale aandoeningen zijn gevaarlijk gebleken voor kinderen en ouderen. Maar wat ik niet begrijp is waarom we het Nederlandse publiek via de pers en ook vanuit de voorlichting van het kabinet als idioten behandelen. Daarmee roep je naar mij mening juist op dat gebeurt wat je niet wilt: mensen geloven niet meer in maatregelen, niet meer in de reële virusdreiging, en ze gaan zich als “wappies” verzetten. Hoe zit dat?

Afgelopen zondag bij de illegale demonstratie tegen Coronamaatregelen in Amsterdam op het museumplein, werd er een 75-jarige man door een (lokale) TV zender geïnterviewd die onder meer beweerde dat Corona onzin was en dat artsen in de ziekenhuizen dik betaald werden (20k euro/patiënt!!) om te doen alsof er echt mensen ziek waren van Covid-19. De man was duidelijk “aangeslagen” door de opwinding die bij de verboden demonstratie heerste. En-passant zei hij ook nog dat hij arts was. Sindsdien is zo’n beetje iedere krant en nieuwszender gaan uitzoeken of de man inderdaad arts was (ja), of hij eerder dergelijke (Wappie) uitlatingen heeft gedaan (ja, in lijn met Jensen) en de inspectie gezondheidszorg kijkt of er maatregelen genomen kunnen worden om hem bijvoorbeeld uit het Big register te zetten. Kijk, dát snap ik dus niet.

Ja, de man sprak onzin en het is bijzonder dat zelfs iemand met een goede opleiding in ieder geval op TV volkomen de weg kwijt lijkt te zijn. Maar daar blijft het wat mij betreft bij. Aan iemand die deze man serieus gelooft, ondanks alle informatie die we al een jaar lang dagelijks over Corona en de slachtoffers krijgen, is geen enkele informatie besteedt. Zo’n iemand is zelf de weg kwijt, en vindt die niet terug door de afkeuring bevestigd te zien met chocoladeletters van de oude dokter in alle persberichten. In tegendeel. Daarmee lijkt de nuance die je van goede journalistiek mag verwachten in alle chaos eveneens de weg kwijt te zijn geraakt. Zelfs ministers blijken af en toe flink de weg kwijt te zijn. Laat ik het maar ronduit zeggen, ik heb medelijden met de man. Alle spot en afkeur van al die flinke politici, journalisten en andere moraalridders krijgt hij over zich heen. En waarom, omdat hij gevaarlijke dingen zegt! Maar, nogmaals, als de medelanders die deze man horen spreken niet het oordeelvermogen hebben om met alle informatie die we al een jaar per uur geserveerd krijgen over het virus en de situatie waarin de wereld zich bevindt tot de conclusie te komen dat deze arts op dit moment zich als een gekkie opstelt, dan kunnen we überhaupt beter ophouden met nieuws. Dit gevaarlijk noemen, is zo’n verachting van het Nederlandse volk, dat het absoluut averechts werkt. Als je met een hele legermacht een mug probeert te doden, gaat iedereen vanzelf denken dat er iets vreselijks is met die mug. Of was het een virus?

vrijdag 15 januari 2021

Ontmenselijking

Als kind viel het me voor het eerst op. Je zou in gesprek gaan met iemand met gezag, bijvoorbeeld een leraar. Je zag er wel wat tegen op, maar meestal verliep het dan buiten verwachting prettig. Hoewel, achteraf kreeg je van je ouders te horen dat ze een terugkoppeling of een gespreksverslag hadden, waaruit bleek dat het inderdaad allemaal helemaal niet zo prettig was. Het verslag gaf een “vertekend” beeld weer, maar dan wel in de richting van je aanvankelijke “angst” voor het gesprek. Toen ik al volwassen was, ben ik pas gaan ontdekken wat het patroon is dat achter deze in mijn ogen “vertekeningen” zit: als er spanning is, communiceer dan rechtstreeks en dus niet schriftelijk. Het best zoek je elkaar fysiek op, daarna komt telefoneren, dan pas schrijven (of later e-mailen, etc.). De drempel om elkaar tegen de haren in te strijken wordt lager, naarmate de communicatie meer “technisch” bemiddeld is. Anders gezegd, onze vriendelijkheid en gerichtheid op elkaar wordt minder naarmate er meer technologische distantie in de communicatie zit. Hoe werkt dit?

Een bijzondere vorm van technologische distantie, is methodologische distantie, bijvoorbeeld juridiseren. Juridiseren doen bijvoorbeeld ex-geliefden, als ze niet meer de vonk voelen die het elkaar liefhebben makkelijk maakte. Het kan dan zelfs zo uit de hand lopen, dat ze elkaar hun wil op trachten te leggen, bijvoorbeeld met claims op bezit (or kinderen) nadat ze niet meer bij elkaar wensen te wonen, door juristen in prachtige volzinnen voor hun vermeende “rechten” te laten opkomen. Natuurlijk zou met elkaar in gesprek gaan, fysiek, zonder technieken zoals wetboeken, en “instrumenten” zoals juristen veel meer bij de menselijke maat passen, maar de emancipatie van recht (iedereen kan zich laten vertegenwoordigen door een rechtsgeleerde en zo doen gelden) ligt in lijn met de emancipatie van geweld (iedereen kan onafhankelijk van spierkracht beschikken over geweldstechnologie). De rode draad is technologie (of methodologie), welke zorgt voor een aanscherping van de grenzen van het conflict, en dus tot een verhoging van de spanning. Wil je het goed doen, zoek elkaar op, blijf “on speaking terms”. Maar dat vereist moed, in werksituaties, in relaties, in vriendschappen, overal waar sociale omgang er toe doet. En, zo moet ook ik toegeven, ook ik ben in mijn leven op heel veel momenten moed tekortgekomen…

Met bovenstaande in gedachte, is het niet gek dat het meer algemeen worden van technologisch gemedieerde communicatie, de grenzen van conflict verscherpen. De menselijke bereidwilligheid om elkaar te verstaan, om er voor elkaar te zijn, krijgt namelijk simpelweg minder kans. Feitelijk wordt communicatie, zo wil ik betogen, hiermee een beetje ontmenselijkt. Eerder omschreef ik dit als “digitaliseren”, onze meningen, attitudes en gevoelens naar en voor elkaar worden meer zwart-wit: voor, of tegen. Het vervelende, en dat geldt zeker voor mij, is dat het lef om met elkaar samen mogelijke conflicten uit te vechten, of te voorkomen moed vereist, en dat zeker massacommunicatie technologie zoals SMS, WhatsApp, mailtjes, chats, zo enorm laagdrempelig zijn. Vervelend, omdat ze zeker ons ook echt ontmenselijken. Natuurlijk kan je met smileys en andere emoticons dreigende conflicten “lijmen”, maar de nuance delft in zwart-wit tegenstellingen snel het onderspit.

Je kan stellen dat met de eerste rechtssystemen de emancipatie van recht begon, mooi, maar ook vrijwel direct noodzakelijk. Met de uitvinding van het buskruit en later de mechanisatie en industrie begon de emancipatie van geweld, die ons onafhankelijk van spierkracht kracht en macht bracht en nu is er dan de emancipatie van informatie (en duiding). Zwart-wit gesteld, als iedereen zelf een dier zou moeten doden voor een stukje vlees, zou onze (over) consumptie er heel anders uit zien. Om een mening te twitteren hoef je niet eens meer een volzin te kunnen schrijven (bij voorkeur niet). Emancipatie van recht, geweld en informatie maakt ons misschien wel allemaal een stukje minder menselijk en daarmee gevaarlijker. De president van de VS twittert zijn opinies en beleid en dat kwam met de bestorming van het Capitool op grond van zwart-wit gemaakte en uitgespeelde “tegenstellingen” tot een dieptepunt van ontmenselijking. Bijzonder dat niet de rechtstaat, maar de BigTech zelf hem een zwijgen oplegde. Maakt voor ons de vraag of we in onze technologische waanzin ondertussen niet ook de democratie voorbij zijn?


vrijdag 8 januari 2021

Roofbouw of culturele ontwikkeling?

In mijn vorige blog ben ik geëindigd met te stellen dat onze massaproductie- en communicatietechnologie vooral een exacte copy-paste werkelijkheid en daarmee schaalvergroting heeft gecreëerd. Dit heeft tot een toename in de algehele materiele rijkdom geleid, maar helaas op de pof: de kosten zijn een ontregeld wereldwijd ecosysteem en klimaat en daarmee een praktisch ondoenlijke opgave voor ons nageslacht. Zeker, copy-paste is met de opkomst en verbreiding van de boekdrukkunst al in de 15e/16e eeuw in een stroomversnelling gekomen, maar nu, met het world-wide-web en de sociale media platforms en giganten als Amazon en Alibaba lijkt het onstuitbaar. Toch is ook het leven zelf een vorm van copy-paste. Wat is nu “goede” copy-paste en wat “foute”?  

Het verschil zit naar mijn mening in wel of geen transformatie. Tumorcellen zijn in tegenstelling tot andere nieuwe cellen die in een lichaam worden aangemaakt volstrekt voor zichzelf begonnen. Ze dupliceren zonder rekening te houden, of zich aan te passen aan de andere cellen. Anders gesteld, er is geen communiteit. Communiteit houdt in produceren naar vermogen afgestemd op de behoeftes van de anderen. Dat is wat levende organismen doen, en waar tumorcellen dwars doorheen denderen. Exacte kopieën die geen rekening houden met de behoeften van anderen. Een massa-regiem zoals bijvoorbeeld Stalinisme heeft dan ook vrijwel niets met communiteit (communisme) te maken, en alles met machinatie en dus massaproductie. Dichterlijker gesteld is niet communicatieve duplicatie feitelijk blinde copy-paste.  

Laten we terug gaan naar een denkbeeldig eenvoudiger bestaan. Iemand zingt een makkelijk in het gehoor liggend melodietje. Even later merk je dat je het melodietje bent gaan overnemen, en je zet het naar je eigen mogelijkheden en smaak. Zo kan een liedje, of een verhaal, of een grapje zeer veel vormen krijgen. Al doende, spelenderwijs, of werkenderwijs diversifiëren zo startposities. Copy-paste is dan niet blind, maar communicatief: ieder produceert naar vermogen en ontvangt naar behoefte. Menselijke cultuur is een gezamenlijke onderneming. Het gaat pas fout als er bezit wordt geclaimd, als er geroepen wordt: van mij. Maar dan nog, zoals filosoof Kwame Anthony Appiah definieert, is cultuur geen organisch geheel, maar een voortdurend veranderende verzameling van uitingen, gedachtes en gewoonten die niemands bezit zijn. Echter, door de exacte copy-paste mogelijkheden die moderne reproductie- en massaproductietechnieken leveren, kan het transformationele (communicatieve) aspect uit uitingen gehaald worden, waardoor ze items in een economie van vraag en aanbod worden. Versteende eenheden, ontdaan van binding, letterlijk ont-menselijkt. De identiteit van wat van nature de dragers zijn van culturele uitingen – mensen aan elkaar gebonden in verbanden en samenlevingen – is verwisseld voor het label van bijvoorbeeld de platenmaatschappij die zich de tot hit gemaakte traditional via massaproductie is gaan toe-eigenen. 

Tumorcellen, rondgepompte complottheorieën, veel officieel erkende nieuws “feiten”; in deze zin zijn ze aan elkaar gelijk: herhaling zonder transformatie, zonder zich rekenschap te geven van nieuwe feiten. Helaas is veel “digitalisering” nauwelijks iets anders dan de goedkope copy-paste. Naar mijn idee moeten we opkomen voor onze positieve menselijkheid, en moeten we daarbij inzien dat niet alle nieuwe (“smart”) technologie goed is. We mogen technologie toepassingen veroordelen, zoals we dat ook doen met gedrag. Dit is echter geen zwart-wit taak. Sommige technieken zijn ronduit positief, zoals Wikipedia, dat van en voor iedereen is en volledig voldoet aan de definitie van communiteit en leeft, en dus transformationeel is. Oorlog voeren op afstand door met een drone of trollen in een ander continent in te breken of strijden, is slecht. Maar vrijwel alle moderne technologie zit ergens tussen deze uitersten in. Sociale media, streamingdiensten etc. zijn zowel slecht als goed. Maar als bij toverslag alle copy-paste zonder transformatie – de blinde replicatie – zou verdwijnen, bleef er heel weinig over. Behalve dan een enorm speelveld voor authentieke menselijke onderneming en verbeelding! Gelukkig 2021! 

 

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...