We staan er vaak niet bij stil, hoe ontzettend veel we de wereld moeten
aanpassen om een technisch systeem ergens goed voor te kunnen inzetten. Neem
een auto. Op de vraag “Is een auto sneller dan een mens” zegt iedereen "
JA".
Maar het ligt veel gecompliceerder. Een auto is überhaupt slechts tot
mobiliteit in staat in de handen van een mens, of beter, een heel scala aan
mensen uit zeer uiteenlopende disciplines: van werktuigkundig ingenieurs tot
wegenbouwers, van MBA ’s tot marketeers, en van bestuurders tot passagiers. Onze
wereld is volledig omgebouwd om auto's met al hun beperkingen te kunnen laten
functioneren: netwerken van wegen, die continu vrij van kuilen of obstakels
gehouden moeten worden, andere infrastructuren (tankstations, oplaadpalen en
onderhoudsdiensten), etc. Kortom, slechts onder extreem goed aan automobiliteit
aangepaste omstandigheden – waarbij hele landen er voor kiezen om
grote delen van hun land met grote investeringen geschikt te maken voor
automobiliteit – , kan een auto worden gebruikt voor snelle verplaatsingen.
Automobiliteit is een dure keuze, maar dat zijn we ons meestal niet bewust.
Met betrekking tot snelle mobiliteit zijn we wellicht nu te laat om drastisch
andere keuzen te maken.
Met betrekking tot bijvoorbeeld Artificiële Intelligentie (AI) niet. We
lezen vaak dat door AI straks computers slimmer zijn dan mensen. Net als met
auto's geldt: niet sneller, niet slimmer, maar in een enorm goed voorgesorteerde wereld,
kunnen algoritmes bepaalde menselijke deelfunctionaliteiten sneller en
(schijnbaar) slimmer uitvoeren, uiteraard opnieuw uitsluitend in
menselijke handen. Als mens kunnen we keuzen maken met betrekking tot de wereld
van morgen. Willen we bijvoorbeeld in een wereld leven waarin schijnbaar
autonome apparaten allemaal schijnbaar slimme dingen doen? Internationale
samenwerking mbt automobiliteit is geweldig succesvol gebleven. Nu moeten we
echter aan de bak richting duurzaamheid, richting transities.
We moeten gaan snappen dat wij - mensen, maar ook alle andere levende
organismen - met het oog op AI net als bij automobiliteit uiteindelijk zullen
moeten buigen voor de (virtuele) snelwegen die, om kunstmatige intelligentsia
te kunnen inzetten, door de metaforische natuurlijke biotopen en
bossen heen gelegd zijn. Ondertussen hebben we wel geleerd dat (ook nieuwe) technologie
niet altijd de oplossing biedt; de problemen die we ons in het verleden op de
hals hebben gehaald, bv met een luxeleven met snelle mobiliteit over grote
afstanden, maken nu een klimaat- en milieutransitie uiterst noodzakelijk voor
de toekomst van onze soort en planeet. Meer minder, minder meer, minder
welvaart, meer welzijn, consuminderen!
Als je het cynisch bekijkt, zou je haast denken dat het voor een technisch
systeem niet eens zo moeilijk is om slimmer te zijn dan Homo Sapiens. Waarschijnlijk
is dit onnodig cynisme. Ja, we staan voor een aantal grote transitieopgaven,
maar juist ons succes - zij het op de "verkeerde" snelwegen -
hebben bewezen dat we dat kunnen. Volgende week ga ik dieper in op de vereiste transities.
In sneltreinvaart: als we van de fossiele brandstoffen af kunnen, en
duurzame energie kunnen opwekken, bijvoorbeeld door natuurlijke bronnen te
benutten (zon, wind), kunnen we onze toekomst (voorlopig) verduurzamen. Als we
van de massale landbouw ten behoeve van de vleesindustrie af kunnen (omdat we
niet perse met 8 miljard mensen als pure carnivoor kunnen leven!), kan enorm
veel bos opnieuw ontstaan, en zo biodiversiteit worden teruggewonnen. Met de
oceanen is men al heel goed bezig, in grote gebieden mag niet meer (continu)
industrieel gevist worden, waardoor de diversiteit weer aan het toenemen is. In
de rijke landen zien we de zogenoemde Forest Transition: met
de opkomst van landbouw/industrialisatie/urbanisatie verdwijnt bos, op de
toename aan welvaart volgt vervolgens uiteindelijk weer een netto toename van bos. Ook zien we de
vergelijkbare Demographic Transition: op toename van de levensstandaard
volgt bevolkingsgroei, die later stabiliseert en vervolgens licht krimpt. Een eerlijke verdeling van de welvaart over de wereldbevolking,
alsmede een grote mate van (vrouwen)emancipatie, zijn voorwaardelijk voor deze
transities, die noodzakelijk zijn om met 13 miljard mensen een
duurzame toekomst te kunnen hebben op onze planeet. De transities kunnen slechts
zeer ten dele aan de markt worden overgelaten: oneindige groei uit eindige
middelen is onmogelijk. Volgende week betoog ik dat juist het recht op waardig
werk een kentering kan betekenen (wordt vervolgd).