vrijdag 28 april 2023

Advies aan een voorouder

Stel je voor, je leeft 7 generaties na nu, en bent in gesprek met een voorouder (wat natuurlijk alleen in een gedachtenexperiment kan). Wat zou je die voorouder willen meegeven? Het grappige is, dat alles dan omgekeerd is. Degene die later leeft, bouwt verder op de ervaring van iedereen die hem of haar voorgingen. Hij/zij is jonger, maar toch ook ervaringsvoller, is daarmee ouder op het niveau van de soort. Wij kregen deze 7 generaties vraag in een sessie onder leiding van Erica Harpe. Het publiek bestond uit wat oudere ondernemers en docenten, en daartegenover juist jongeren, studenten en trainees. Het eerste opvallende dat gebeurde was dat er op het eerste oog een merkwaardige omkering plaatsvond: de jongeren kozen voor de voorouder rol, en de ouderen voor de rol van ver nageslacht. Pas nu ik het opschrijf snap ik dat dit juist voor de hand ligt, het nageslacht is ervaringsrijker, en dus past dat bij de zichzelf meer ervaring toekennende "ouderen" (30-plussers: ondernemer, docent).

Maar goed, ook ik schoot in de rol van de betweter, en inderdaad vertelde ik mijn voorouder ongeveer wat ik ook vaak zeg tegen mijn kinderen (in de twintig): ontspan! Als ik terugkijk naar mezelf als begin twintiger, dan was ik zo druk met proberen te voldoen aan de verwachtingen die ik aan mezelf stelde, en die ik dacht dat “de wereld” (mijn ouders, werkgever, vrienden) aan me stelde, dat ik nauwelijks tijd nam om stil te staan. Hoewel ik enorm van muziek hield, met name popmuziek, ontdekte ik al snel dat het onontgonnen gebied uit de jaren 60 en in mindere (maar nog voldoende) mate de jaren 70, in mijn jaren 80 aanzienlijk was geslonken. In de popmuziek was veel exploratieruimte toen al verleden tijd. Daarentegen was er in ICT en ook op het gebied van opkomende (bv muziekopname) technologieën, juist enorm veel exploratieruimte. Computers konden overal ingezet worden, hobby, beroep, overal. Processen konden gemakkelijker, zo was de gedachte, door inzet van computers, automation. Wij genoten van die vrijheid, en, zoals eerder in de popmuziek de Beatles (jaren 60 pop) en Yes en Genesis (jaren 70 pop) de exploratieruimte voor de jaren 80 behoorlijk hadden verkleind, heeft de computer systeem exploratie van mijn generatie de ketens gesmeed in de softwareontwikkeling voor de huidige systeemdictatuur….

Ondertussen hebben we naar mijn idee ons zowat in iedere denkbare richting volledig klem gezet, overal systemen, apps, organizers, die bepalen hoeveel woorden we mogen schrijven als we solliciteren, of ergens een evaluatie over geven. Exploratieruimte is nihil geworden, eenzaamheid, afgezonderdheid, en surrogaatverbindingen met bliepjes, duimpjes en andere emoticons zijn onze natuurlijke behoeften (beter: noodzaak tot connectiviteit) gaan vervangen. Zelfs voor het goede gesprek met je leidinggevende moet je op de voorgeschreven regels in het voorgeordende bestandje de voorgesorteerde vragen beantwoorden. Exploratieruimte is vervangen voor binnen de lijntjes kleuren. Mijn lust en mijn leven als twintiger was exploreren, hoewel heel gespannen, omdat ik graag alles goed wilde doen, en het liefst “normaal” (neurotypisch) wilden lijken, wat me volgens mezelf toen goed afging, en als ik nu foto’s zie van toen, zag ik vooral wat ik wilde zien.

Maar terug naar het advies uit de toekomst. Mijn kinderen zeg ik dus dat ze zich niet te druk moeten maken, om woonruimte, om zinvol werk, om relaties, omdat ik heilig geloof dat het wel komt. Ze geloven me niet. Ze geloven mijn generatie niet, witte mannen die de wind meehadden en en-passant de boel verkloot hebben. Ik probeer dan te zeggen dat het verkloten al begon in de 16de en 17de eeuw, met de Verlichting, die een onderwerping van alles aan menselijke geneugten zou gaan betekenen, en in deze tijd zou leiden tot de polycrises. Ze geloven me niet, de Verlichting heeft geen gezicht, niet eens een geloof, ze staat nergens voor, en dat niets heeft mijn generatie zo fantastisch vermarkt, zodat je nergens meer onzichtbaar bent en tegelijkertijd ook nergens meer gezien wordt. 

Dan zeggen "mijn voorouder" en ik, haast synchroon: Relax, laat het los, al die systeempjes, sociale media platforms, belletjes, likes en emoticons, dat is niet ons bestaan. Wij bestaan, in verbinding met elkaar, niet in internet connectie, die staat dat juist in de weg, als een fopspeen, waar geen voeding uitkomt, hoewel ze lijkt op een voedingsbron. Als we dat loslaten, kunnen we verder. Detox en Detech our future. Je bent niet alleen!

maandag 24 april 2023

Autumn Night, searching for "within"….

I wrote this song when I was just 20, as part of the 1982 "Whirling Dust" concept album. I then realized that I was about to pass from childhood to adulthood, after many years of education and schooling, this was the autumn of the uninhibited, the unsullied, the sincere that I had sung in Funeral's Wedding Day as the funeral of my youth , inspired by Jacques Brel (la Mort), a singer who made a big impression on me at the time. Another important influence was that of George Orwell in 1984, in which systems made all human connection and internalization of love impossible.

Autumn night consists of 3 parts, (1) a long intro, (2) the punk-rock core and (3) a closing phase. In the intro, a “child” is described in the (last) phase to adulthood, with scholastic sound rhyme (s-consonant combination as word beginning: child, scaring, scarlet, scooting, searching, scarlet, skies, scaring, sassy, street, scolds, etc. ). A smart but autistic kid is described, who eventually manages to get through to the top of the tower (school), full of fear and anger, to get winged (graduated): “Scooting through the tower, running to be winged”. Finally in the afterthought, the difficult but stubborn child reviews his childhood (the autumn of education/youth): "a reflected uncrowned king sees the land, a world from within". “Battle” and cold (winter) lie ahead, for there is no soul in the cold school/institutionalized society (emphasized with the sound rhyme at the beginning of the words).

The (chaotic) punk-rock song, arranged polyphonically around a tritone (the devil in music) forms part 2, described from a first person perspective. Here, too, the theme is superficiality, now in seduction, eroticism and success. Appearance (“the way things look”) determines how successful we are in life, not what we really have to offer or say; our individuality (authenticity is easily framed as autistic), our purpose. Strength and originality are easily used against us. Part 3 ends with reflection, with a prayer for a "world without within".

So much for the song. Now that my music-making and poetic children are the age I was at the time of Autumn Night (and Funerals Wedding Day/Whirling Dust), I have reached the age of the autumn of my working life (63). I thought it would be fun to breathe new life into this song, now with them. From my current position it was very easy to put my inspiration back into it. Even more than then, we are trapped in the systems. Connection (real contact) from inspiration has become even more difficult. It's also true that the songs my kids wrote for my new album "Bigger than Life" express this kind of alienating observation/reflection much more strongly than Autumn Night did. However, awareness of the unsustainability of our system world is now much more common than in the early 1980s. More has turned for the better: art and (applied) science can now be propagated together much more than in the past. This has resulted, among other things, in the Inner Development Goals, a call for internalisation, connection and inspiration to prevail over (technological) innovation.

For me, strange as it may sound, it was a dream come true (or a prayer answered), SDG awareness growing, inspiration taking center stage again (IDGs), and recording with my old friend and bandmate Tom and kids is more than I could ever dream as a restless child!

Here's the video.


 

vrijdag 21 april 2023

Op eigen kracht



Heel blij ben ik op de prachtige vergezichten in de reacties van lezers op mijn blog van vorige week, over de noodzaak van het ont-technologiseren van onze samenleving. Ont-technologiseren wordt overigens door de spellingscontrole met een rode streep eronder afgestraft. Zonder nadenken zoek ik naar een woord dat wel mag. Een streepje tussen ont en technologiseren wordt het compromis tussen mijn creativiteit en de machine-intelligentie. Dat terzijde. Dank voor de reacties, ik sta niet alleen, en lezers, u staat niet alleen, we zijn samen moe van de ongevraagde en opgedrongen technologisering (dit zelfstandig naamwoord “mag” wel – geen rode streep eronder - in tegenstelling tot technologiseren’; het werkwoord “bestaat” niet). Eén prachtige reactie komt van mijn collega Johan van de Burgh, die de David en Goliath metafoor waarmee ik de blog eindig doortrekt (Big-tech is net als Goliath groot, oppermachtig en alom vertegenwoordigd, en wij zijn als individuen als David). Johan stelt dat het over vertrouwen in eigen kracht gaat, de dappere David die Goliath durft uit te dagen, krijgt de modernste technologie van zijn tijd aangereikt – het harnas van de koning – maar omdat hij daarin zijn eigen menselijke kracht verliest, verkiest hij een zeer primitieve techniek, een steentje dat hij ter plekke opraapt. Hij overwint, en daarmee is dit een verhaal van hoop!

Wij zijn zo getechnologiseerd (sorry, weer een rode streep, ik loop te veel buiten de paden van wat de machine-intelligentie betamelijk acht, ik weet het), dat we ons niet eens meer een bestaan met alleen low-tech kunnen voorstellen. Daarmee is ons geloof in onze eigen kracht gereduceerd tot dat van slaven van koning Tech. Nu geloof ik beslist niet in een complot, of in boze genussen (weer een rood streepje) die dit allemaal bewust besturen. In tegendeel, niemand heeft controle over de technologische Goliath, ook de ontwikkelaars, codeschrijvers en multinationals niet. Was het maar zo, zoals in de sprookjes van complotdenkers over pizzakelders en pedobestuurders. 

Er is geen besturing, complexe systemen ontstaan bottom-up en hebben de “drive” om steeds groter (complexer) te worden, waarbij ze alle bronnen aantrekken en “metaboliseren” totdat ze niet meer verder kunnen, en vallen ze uiteen in chaos. Ze zijn dan simpelweg niet meer volhoudbaar. Complexe systemen kunnen zowel levend als levenloos zijn. Een mooi voorbeeld is een waterval. De waterval ontstaat, wordt steeds groter en georganiseerder, sleept alle “bronnen” die in haar buurt komen mee, en op haar hoogtepunt kan niets er meer aan ontsnappen, totdat het systeem van verschillen in onderstromen en bovenstromen niet meer voldoende verschilt om het overkoepelend systeem in stand te vallen, en alles valt uiteen. Ook tornado’s, onweer, en talloze andere weerverschijnselen en het bewegen van bruggen onder marcherende legers, vormen voorbeelden van snel ontwikkelende complexe systemen. Een paar weken geleden schreef ik over steden als complexe systemen, daar gelden dezelfde wetten. Niemand stuurt zo’n systeem, hoewel natuurlijk onder gecontroleerde omstandigheden wel degelijk complexe systeem ontwikkeling kan worden opgeroepen, en ingezet, bijvoorbeeld in verbrandingsmotoren, of feitelijk in talloze andere mensgemaakte technologieën. Feitelijk is veel hightech gebaseerd op onder gecontroleerde omstandigheden complexe systemen laten ontwikkelen en de eigenschappen daarvan gebruiken in complexe ketens. Ons begrip van waterkolken, elektriciteit, nanotechnologie is het resultaat van menselijk inzicht in complexe systemen. Dat inzicht is eigen kracht, ons David-zijn.

Toch zit geen mens aan het stuur. Alles in de natuur ontwikkelt zich als complex systeem, totdat het wordt ingedamd door andere complexe systeemgroei. Een soort kan snel groeien, zelfs een plaag vormen, maar vroeg of laat gaat het over in chaos, en ontstaat er weer een evenwicht (hoewel ver van equilibrium; alleen op bv de maan is er echte duurzaamheid). Onze systemen – grote steden, wegennetten, internet, AI etc. – groeien door ten koste van de ecologie, inclusief onze menselijke natuur, onze eigen kracht. Dat is op zich natuurlijk, maar wel zwaar toxisch. Geloof in onze eigen kracht, in ons inzicht, waarmee we de ontluisterende technologische groei kunnen stoppen, is feitelijk ons meest machtige wapen, het steentje dat voor iedereen voor handen ligt. Wie raapt het op?

 

vrijdag 14 april 2023

Detech technologie, wie doet er mee?

OK. Nu dan toch. Al maanden, wellicht jaren, vermijd ik deze blog. Waarom? Omdat het gaat vertellen dat ook alles waar ik me mee identificeer - mijn blogs, mijn muziek, mijn bijdragen op Spotify, YouTube en ook op LinkedIn – in een volhoudbare wereld niet meer kunnen bestaan. Geen AI, geen surveillance systemen, geen algoritmes, niet eens een internet, en waarschijnlijk hooguit analoge computers, of zeer eenvoudige lokale digitale systemen. Automobiliteit op de huidige schaal? No way!  Nagenoeg geen automobiliteit, en het spoor letterlijk en figuurlijk alleen op hoofdlijnen. De banen die we nu kennen? De meeste zijn niet volhoudbaar! Hoe ziet die wereld er dan uit?

Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat we keuzes zullen moeten gaan maken. Wat kunnen we in stand houden, en wat niet? Bovenal zullen we de olifant in de kamer – technologie, die geleidelijk is overgegaan in technocratie (een bestuursmodel dat ons dagelijkse handel en wandel bepaalt zonder dat er ooit bewust/politiek voor is gekozen) – niet langer kunnen ontzien. Dat doen we namelijk grootscheeps en ondertussen wereldwijd. Wie kent bijvoorbeeld de Jevons Paradox, al uit 1865? Of het postulaat van Khazzoom–Brookes? Het rebound effect dan misschien? Allemaal observaties die aantoonden dat technologisch efficiëntere toepassingen onherroepelijk leiden tot een toename in het gebruik van de bronnen en daarmee tot een afname van ecologie en ecologische diversiteit. Technologie en volhoudbaarheid staan, met andere woorden, in paradoxale verhouding tot elkaar (Jason sprak van een oxymoron, dus twee termen die elkaar uitsluiten, zoals een ongekroonde koning, of de chaos die regeert). Ongebreidelde technologische groei, in alle denkbare richtingen (vaak ge-greenwasht onder de noemer noodzakelijke innovatie), is niet volhoudbaar.

Nogmaals, ik weet niet hoe een volhoudbare wereld er wel uit ziet. Wel weet ik dat we om die te bereiken, allemaal nodig zijn. Onze jongeren, studenten, kunstenaars, schrijvers, analisten, onze allerbeste denkers, filosofen, wiskundigen, psychologen en ingenieurs, voedseldeskundigen en marketeers. Om minder afhankelijk te worden van technologie – to DeTech our future – moeten we een nieuw zeer multidisciplinair vakgebied opzetten: Detech Technology. Al gaande zullen we ontdekken dat we vooral elkaar en de opnieuw opbloeiende natuur/ecologie nodig hebben. We zullen ontdekken dat we in veel illusies zijn gaan geloven.

Economen zullen ontdekken dat niet een (neo) liberaal economisch systeem de ondergang van de ecologie veroorzaakte, maar dat de (liberale) economie een gevolg is van de wijze waarin technologie ongeremd in alle richtingen zich is gaan ontwikkelen. Technologieën werden min of meer autonome complexe systemen, die om te kunnen voortbestaan alle bronnen (ecologische materialen, energie, menselijke denk- en arbeidskracht) opeisen in hun nog steeds toenemende omvang; een exponentiele groei in alle richtingen. Sommige mensen worden hier rijk van (vaak toeval, de juiste persoon, op de juiste plek op de juiste tijd, zie deze blog). Zij worden door betekeniseconomen gezien als de veroorzakers van de huidige polycrises, de kapitalisten, de (neo) liberalen. Anderen (de grote massagroepen) zien ze als de tot consumeren veroordeelden,  onverschillig en/of ongelukkig. En hoe ongelukkiger, hoe groter de behoefte aan consumeren, met als gevolg hoe rijker de rijken. Deze economen zullen zien dat dit alles een gevolg is van ongebreidelde technocratie, die de democratie is gaan vervangen, omdat ze zich steeds minder liet inperken door landsgrenzen. Het is dus niet een gevolg van een kapitalistisch model; hoewel ze terecht wijzen op het bestaan daarvan, is kapitalisme of (neo) liberalisme een artefact (epi-fenomeen). Al mijn schrijfsels, zelfs dit, net als die van de “betekeniseconomen”, zijn evenzeer constituenten van dat artefact, als de illusie van oneindige groei uit eindige middelen dat zelf is.

Complexe systeem theoretici weten het al een tijdje, maar houden zich gedeisd, bang voor het verlies van krachtige computers, waar je zo heerlijk mee kan spelen. Roepen dat het anders moet, dat we aan een systeemverandering toe zijn, het is een nieuw tijdverdrijf geworden, bezig zijn met het rechtzetten van de stoelen op de Titanic. Maar ergens moeten we beginnen. David, die de reus Goliath uitdaagt. Alleen kunnen we het niet, alleen durven we het niet, wie zou er een reus uitdagen? Met elkaar kunnen we het, en net als bij de afbraak van een huis, kan je aanvankelijk prima met de trap bovenkomen, om daar te beginnen met strippen en sorteren voor hergebruik. DeTech technology. Wie doet er mee?

vrijdag 7 april 2023

Slaapkamergeheimen (uitbesteden)

Elke ochtend als de wekker gaat, vertellen Victorine en ik elkaar onze dromen. Vanochtend droomde mijn lief dat ieder mens een buidel had, waarin we de kleine kinderen droegen. Er waren echter nogal wat mensen, die dat niet wilden omdat je buik er minder strak van uit zou gaan zien. De rijken konden het uitbesteden, aan bedienden, of dragers. De minder rijken konden op den duur buikbuidels van textiel kopen…

Een symbolische droom, zo filosofeerden we. Onze planetaire voetafdruk is zo ontzettend groot geworden, juist doordat we steeds minder zelf zijn gaan doen; onze hele cultuur draait op uitbesteden. Eerst naar slaven, toen naar loonslaven, machines en nu ook naar AI. Anderen laten we (vaak industrieel/machinaal) van alles voor ons produceren, in schoon ogende zakelijke/technische productielijnen. Bijvoorbeeld in de bio-industrie, van opfokken, via slachten, verwerken, marketen en verkopen tot dat karbonaadje op ons bord, of van monoculturen via brouwerijen tot het bier in onze kannen, allemaal draait dit op uitbesteden. Ook in ons dagelijks leven besteden we spierkracht uit aan machines (auto’s, fietsen, boormachines, keukenmixers, etc), denk- en zoekvermogen aan Wikipedia, google of ChatGPT, en zelfs ontmoeten we elkaar liefst virtueel, in uitbestede organisaties (sociale platformen, of meeting rooms).

De mensen die het laagst op de sociale ladder staan, die hebben de minste mogelijkheden tot uitbesteden, zij moeten het meeste echt zelf doen. Toen ons land na de oorlog enorm snel herstelde en begon te groeien, haalden we de arbeidskracht uit landen die minder aangetast waren door het uitbesteedvirus, die hun eigen buidels nog gebruikten, om in de droom-metafoor van mijn lief te blijven. Landen wiens welvaart ver achterbleef bij die van ons, waarvan de werkende bevolking werd verleid om naar het rijke westen te komen, om ook zich aan de “vooruitgang” te kunnen laven en een eigen TV of auto te kunnen bemachtigen. In 1970 gingen we in Nederland al over de grens, indien ieder mens op de planeet ons materiaal en energiegebruik zou hebben, hadden we toen al meer dan 1 planeet nodig om jaarlijks de gebruikte middelen te reproduceren. Nu is dat 3,6 planeten. Uitbesteden werd een levensdoel: hoe hoger het onderwijs van onze kinderen, hoe meer ze later kunnen uitbesteden.

Gelukkig is het besef dat we van koers moeten veranderen de laatste jaren enorm gegroeid. Ecologisch verantwoord – impact – ondernemen, staat in de belangstelling. Maar hoe weet je of wat vandaag impactvol is, niet morgen toch weer blijkt juist bij te dragen aan … de ondergang. Marian Heezen stelde de vraag of we niet bezig zijn met de beste bedoelingen van de wereld de stoelen aan het recht te zetten op een zinkend schip (de Titanic bijvoorbeeld).

Maar stel dat we het stoelen rechtzetten niet langer uitbesteden zoals in 1912 bij de Titanic, dat we niet louter bezig zijn met feestvieren in het schip, afgeleid, dronken, of in een roes van weelde en welvaart. Zouden we dan niet meer onderdeel zijn geweest van het varen? Zouden we wellicht gezien hebben dat we wel erg dicht langs ander kleurig water gingen, wellicht ijsrotsen? Hadden we wellicht effectief alarm kunnen slaan, of waren het al onze extra ogen die de stuurman (politici, Big Tech ondernemers) anders hadden doen kijken? Als het dan toch mis was gegaan, waren we wellicht alert, en hadden we alsnog veel rationeler in veel grotere getalen de kust kunnen bereiken. Maar nog veel waarschijnlijker, als we de mentaliteit hadden om, ook met “hoge” afkomst, of “hoge” diploma’s zelf de stoelen te schikken, waren we niet aan boord gegaan op een schip voor louter vermaak, dat waarschijnlijk zelfs nooit was gebouwd.

Dus, ook al herschikken we de stoelen op het dek van de Titanic, het is fundamenteel iets anders dan ook dat uitbesteden, zodat we ons in gemakzucht over kunnen geven aan een niet volhoudbare weelde. We zijn wakker!

In het licht van uitbesteden komen Victorine en ik op Pasen. Moesten we zelfs het sterven uitbesteden? Moest de Ander voor onze beperkingen (zonden) geofferd worden? Of gaf de Ander het voorbeeld, zodat we onze sterfelijkheid inzien om tot het licht te kunnen komen en we onze eigen kruis dragen, of onze eigen buidel? Ons leven moeten we zelf leven! Dan stappen we uit bed, stropen onze mouwen op, en gaan aan de slag! Fijne paasdagen!


Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...