Als begin twintiger met wat minder dan gemiddelde sociale begaafdheid, vond ik het lastig om te zien wat mensen echt dachten, voelden, of beleefden. Zelf wilde ik het graag goed doen, waardoor ik veel bezig was met te proberen in te schatten wat anderen van me verwachtten. De song Vile Day in March schreef ik begin jaren 80 over de verwarring tussen schijn en werkelijkheid. Ondertussen heb ik ontdekt dat de verwarring tussen schijn en werkelijk meer algemeen is; ze geldt ook voor de meer sociaal begaafden onder ons. In onze omgang met elkaar, zijn we vaak niet echt onszelf. Net zoals dat voor onszelf geldt, zijn ook vaak de anderen bezig te voldoen aan verwachtingen. Een gevolg is dat je praat, werkt, speelt of, meer algemeen, in gezelschap verkeert met de schijn, niet met wie jezelf, of de ander werkelijk is.
De complexe wereld, waarin werkelijk en virtueel door elkaar heen bewegen, waarin via media voorgespiegelde beelden soms reĆ«ler, meer of juist minder hoopgevend of beangstigend lijken dan de “werkelijkheid” zelf, doen ons massaal twijfelen aan wat werkelijkheid eigenlijk is. Dit komt tot uiting in de tegenstelling tussen feit en fake, het zwart wit denken. Hoewel we met objecten vaak minder moeite hebben te onderscheiden tussen fake en feit, is onze omgang met het subjectieve lastiger. Juist in onze omgang met de anderen, onze medemensen inclusief vrienden en 'vijanden', hebben we het moeilijk. En dat geldt zeker ook voor de omgang met onszelf. Velen van ons krijgen te maken met depressie, burn-out, of met andere zingevingsissues.
Natuurlijk kan je hier tegenin brengen dat waar schijn is, ook licht is (een projector), dat de schijn ten gevolge heeft, dat in de spiegel of spiegels schijnt. En dat het echt terugkeren naar de oorsprong, of naar de bedoeling, niet (volledig) mogelijk is, zoals Plato al een paar duizend jaar geleden met zijn allegorische grot liet zien.
Klopt! Echter het telkens complexer maken van onze werkelijkheid met nog meer “spiegels en kralen”, brengt ons naar mijn idee niet vanzelf dichter bij de oorsprong. De oorsprong associeer ik met heelheid, of eenheid. Het herhaaldelijk verdubbelen van onze werkelijkheid in allerlei virtuele vormen, brengt daarentegen nog grotere verdeeldheid.
Tegelijkertijd zijn verdubbelingen, zoals boeken, films en in zekere zin ook andere kunst (muziek, beelden, schilderijen) ook een verrijking van onze wereld. Ze vormen spiegels waarin we juist kunnen ontdekken waar we staan, waartoe we ons waarom verhouden. We moeten deze spiegels koesteren. Voor mij zijn bijvoorbeeld machine gegenereerde berichten, beelden en muziek spiegels en kralen waar niemand om gevraagd heeft en die ons worden opgedrongen met alle complexe gevolgen van dien. Verdeeldheid in plaats van eenheid, heelheid. Daartegenover zie ik mensen die zo dicht bij de natuur staan, dat ze de pijn haast letterlijk voelen als er een boom omgekapt wordt. Ondanks onze eindige levens, vormen we onderdeel van een “Circle of Life”, moeder natuur.
In de video heb ik getracht op beelden van vooral mijn lief Victorine een spiegelwereld te bouwen, om daarmee dicht bij het winterse (vroege voorjaar) gevoel van de song te blijven. Met een prachtige gitaarsolo van Erik Veldwijk, backing vocals van Hannie Brouwer, Elly van Eijk en Will Meyer, Op basgitaar Bart Rozeboom, drums Ernie Hoffmeister en toetsen Bert Bredeweg, met aanvullingen van Deborah, Tom van Timmeren en mij.