vrijdag 29 september 2023

Meester en dienaar? (deel 1)

Je hebt vast wel eens zo’n filmpje gezien, op YouTube of TikTok, waarin een kraai zeer inventief moeilijk te bereiken etenswaar weet te bemachtigen. Het probleem wordt daarbij vaak zeer efficiënt in deelproblemen opgedeeld, en systematisch wordt dan eerst aan de voorwaardelijke problemen gewerkt, om in no-time alsnog het uiteindelijke doel te bereiken. Een mooi voorbeeld is het kraken van keiharde noten, waarbij de kraai op een stoplicht boven een zebrapad gaat zitten, om vervolgens de noot voordat de auto's gaan rijden op het pad te gooien. Zodra het voetgangerslicht daarna weer op groen gaat, pikken de vogels de inmiddels geplette noten razendsnel op. Ook de filmpjes van kraaien die met een jampotdeksel aan het sleeën zijn vanaf een schuin besneeuwd dak, en elke keer met zichtbaar plezier onderaan gekomen het deksel weer oppikken, naar boven vliegen en opnieuw afdalen, spreekt tot de verbeelding. Puur spel.

Vogels en zoogdieren hebben complexe hersenen, met bijvoorbeeld bovenop de zogenoemde basale ganglia,  - “reptielen brein” dat is betrokken bij agressie, dominantie, territorium- en ritueel- gedrag – het zogenaamde emotionele brein (limbisch systeem). Het limbisch systeem is betrokken bij motivatie, emoties en spel. Anders dan zoogdieren, hebben vogels geen echte hersenbalk (corpus callosum), de zenuwvezels die beide hersenhelften (hemisferen) met elkaar verbindt. Zij hebben dus feitelijk 2 gescheiden hersensystemen, de linker en de rechter hemisfeer. Bij zoogdieren komt informatie die in de ene hersenhelft komt via de hersenbalk ook in de andere hemisfeer. Door naar bijvoorbeeld kraaien te kijken, en dan de hersenactiviteit te meten, is bekend geworden dat de linkerhersenhelft aan het werk is bij probleem oplossen, zoals in de genoemde filmpjes. Ook bij mensen wordt soms de hersenhelft door een neurochirurgische ingreep doorklieft, bijvoorbeeld bij patiënten met zeer ernstige globaliserende epilepsie. Het bijzondere bij deze zogenaamde “split-brain” patiënten, is dat je weinig aan ze merkt, tenzij je ze aan specifieke experimenten onderwerpt. Neuropsychologen Roger Sperry (1913-1994) en zijn leerling Michael Gazzaniga (geboren 1939) hebben hier veel onderzoek naar gedaan, en ontdekten zo dat het linker brein bij mensen net als bij vogels gericht op details en probleemoplossend is, en het rechterbrein veel meer op overzicht gebaseerd is. Links is apprehend (vatten, gericht op details), rechts comprehend (begrijpen). Het lijkt dat, hoewel het linkerbrein erg knap is, vaak het rechterbrein uiteindelijk het meest wijs is. De hedendaagse Schotse neuropsychiater Iain McGilchrist noemt ons linkerbrein een goede “servant” (dienaar), maar een zeer slechte “master”. Ze zijn complementair, maar links mag volgens hem zeker niet overheersen.

Gazzaniga onderzocht hoe split brain proefpersoon met waarschijnlijkheid inschatten omgaan. De op het rechter beeldveld (dus linker hersenhelft) aangeboden kans op “winst” (+) is 70%, op “verlies” (-) dus 30%. De opdracht, na 25 keer waarnemen, is kies vooraf zoveel mogelijk juist + of -. Vanuit de linker hemisfeer kiest de proefpersoon “keurig” 70 van de 100 keer +, en 30 van de 100 keer -. Ook bij andere trainingen (54% + en 46% -) wordt er 54 van de 100 keer + gekozen. Juiste analyse. Echter, het resultaat is 0.7 maal 0.7 = 0.49 keer goed in de eerste situatie (0.54^2 in de tweede). Het experiment wordt herhaald, nu aangeboden op het linker beeldveld (dus de rechter hemisfeer). Resultaat:  winst maximalisatie. Bij meer kans op + zet de rechter hemisfeer alles op +, (70 uit 100, of 54 uit 100). Dit type onderzoek wordt ook wel lateralisatie onderzoek genoemd, letterlijk vertaald “zijkant” onderzoek, links of rechts.

Vorige week stelde ik de vraag waarom mensen niet zoals kikkers uit een pot springen die aan de kook gebracht wordt. Als je lekker aan het spelen bent, ga je door. Als je bijvoorbeeld filmpjes aan het kijken bent op TikTok, kan je zo een uur verder zijn. Dit geldt ook voor puzzelen, of, voor mij meer herkenbaar, programmeren. Typische linker hersenhelft activiteit. De rechter hemisfeer lijkt daarentegen veel meer de “wijze”, met de ander en de omgeving verbonden hersenhelft. In onze cultuur worden we continu aangesproken op details en systeempuzzels oplossen ("linkerbrein"), en niet of weinig op het omhelzen van de ecologie en ons menszijn. Om de polycrises te overleven, moeten we gehelen, evenwicht herstellen tussen links en rechts (en ook masculien en feminien) is noodzaak. (volgende week deel 2).


donderdag 21 september 2023

Uit de fuik zwemmen, het kan!

Toen, langgeleden, de zondvloed dreigde, zocht Noach zijn heil in technologie: een gigantische ark. In de bouw van een groot schip, of, meer hedendaags geïnterpreteerd, in het aanleggen van een genetische databank. Welk landdier aan Noach’s aandacht ontsnapte en niet langdurig het hoofd boven water kon houden, was de klos. Vanuit onder meer Hollywood verschijnen er aan de lopende band films over een nu dreigende Apocalyps, waarin opnieuw steevast technologie wordt aangewend om daaraan te ontsnappen, bijvoorbeeld door de ruimte in te gaan. Mondjesmaat daarentegen, komt in meestal veel kleinschaliger geproduceerde post-Apocalyps films het besef naar voren, dat juist technologie de oorzaak is van de polycrises, ofwel de niet-volhoudbaarheid van het menselijk bestaan zoals we dat zijn gaan leiden. Net als de kunst, zit dit besef alsmede de acties die daaruit voortkomen, sterk in de hoek van het alternatieve. Neem Extinction Rebellion (XR), dat nu strijd tegen fossiele brandstoffen. Het wekt veel weerstand op, er is weinig aandacht vanuit de media voor de achterliggende ideeën, en justitie treedt er hard tegen op. Als XR niet tegen een dominante technologiesector had geprotesteerd, maar voor een nieuwe technologie, bijvoorbeeld elektrificatie van het wagenpark en de (nu nog fossiele) industrie, dan zou er ongetwijfeld veel positiever op worden gereageerd. De kern van dit probleem ligt in onze menselijke psychologie! En het goede nieuws is, dat er ook een oplossing is, waar onder meer de Inner Development Goals (en Ubuntu en vele andere initiatieven) van getuigen. Hoe zit dat?

Ieder mens is goed in sommige aspecten, gemiddeld in andere, en in nog weer andere aspecten (soms uiterst) beperkt. Talenten en beperkingen. Niemand is volmaakt. Ook niemand is compleet, op z’n best kunnen we compleet authentiek worden. Dan zijn we wat ik vorige week wezenlijk noemde. Al vanaf dat de mensheid ontstond, zijn we aangewezen op door onszelf gemaakte aanpassingen - technologie - zoals het vuur, vachten, hutten en om onderling te communiceren, taal, Daarmee trotseren we kou en kunnen we overleven tussen gevaren (zoals predatoren). Vertrouwen op elkaar is daarmee altijd technisch bemiddeld geweest, via (1) taal (en later logica, wiskunde en code), (2) hefbomen (schrapers, speren, hamers, wielen en katrollen) en (3) vuur (en andere gecontroleerde energiebronnen, zoals waterkracht, en later stoomkracht, magnetisme, elektriciteit en kernenergie). Onze vindingrijkheid is onderdeel geworden van onze bio-psychologische opmaak. Juist in tijden van gevaar, doen we 2 dingen: samenwerken, en nieuwe oplossingen zoeken (technologische innovatie). Dus nu er op zoveel vlakken zaken fout lopen, zijn we drukker dan ooit met het versnellen van innovatie in elke denkbare richting, maar hebben we gelukkig steeds vaker het inzicht, dat juist dit het probleem is. Hoe kunnen we dit weten?

Simpel, alle technologische innovaties bij elkaar leveren precies de onvolhoudbare toestand in de wereld op, die we nu hebben. Daarbij weten we zeker dat de wereld er morgen nog (iets) slechter voorstaat dan vandaag (weer een aantal hectare woestijn erbij en bos eraf, etc.). Dus wat ons helpt onder eenvoudige omstandigheden (onze onvolmaakte aanpassing aan de ecologische omstandigheden door innovatieve verbeteren), is in de complexe systeemwereld die is ontstaan door almaar door te innoveren, juist enorm contraeffectief gebleken. Dodelijk zelfs. Waarom springen wij niet net als kikkers uit de pot als die aan de kook wordt gebracht? We zijn in een fuik gezwommen, en zwemmen steeds harder door, waarmee we steeds dieper in de problemen komen. 

                                                            figuur 1: technologietoepassing ver voorbij optimum

Zoals de weg in de fuik van origine psychologisch is – inventiviteit (intelligentie, creativiteit, sociale en spirituele intelligentie), waarmee we gemeenschappelijk continu aangepast te blijven aan veranderende ecologische omstandigheden – is de weg uit de fuik eveneens psychologisch van aard (zie figuur 1). Stop met technologisch versnellen, vertraag en verbind. Laat toe dat niemand perfect is. Besef dat nastreven van perfectie buiten onze eigen gerichtheid op elkaar een dodelijk bedreiging is gaan vormen voor de planeet. Iedereen mag zijn wie die is, en samen kunnen we verder, met deze planeet, zonder Apocalyps. Ons geloof in technologie kunnen we duurzaam transformeren in een geloof in elkaar, en dat begint met een geloof in onszelf. Zijn, cognitieve vaardigheid, je verhouden tot de anderen en de wereld, samenwerken en uiteindelijk de verandering zijn, de IDG’s wijzen de weg!

vrijdag 15 september 2023

In Wezen

Wie ben ik? Waar kom ik vandaan, waar ben ik op weg naar toe? Wat ben ik wezenlijk, en wat ben ik tijdelijk, bijvoorbeeld om te voldoen aan verwachtingen, van mezelf, of van mijn directe omgeving, of van de wereld om me heen? Is mijn wezen materieel, of (ook/uitsluitend) immaterieel? Dit soort vragen stellen we allemaal wel eens, en hoewel het letterlijk en figuurlijk wezenlijke vragen zijn, ontsnappen ze (grotendeels) aan de wetenschappelijke belangstelling. Ze zijn niet direct objectiveerbaar en daarmee niet toegankelijk voor de wetenschappelijke methode. Maar feitelijk zijn ze juist bij uitstek psychologisch (en filosofisch). Inner Development Goal 1 luidt Being, in het Nederlands vertaald, Zijn. Het Engelse being is echter naast zijn, ook worden (proces) en wezen (creatuur, schepping).

Wat ik als ik of mijn wezen beschouw, heeft meerdere bronnen. Zo is er mijn geschiedenis, die zowel impliciet, als expliciet mijn geheugen vormt. Impliciet via geautomatiseerde reacties, vaardigheden en duidingen van patronen en spiegelingen uit de wereld die ik waarneem via mijn zintuigen. Expliciet zijn er de herinneringen, die ik terug kan halen, en ook de gedachten die ik in het hier en nu kan vormen over wat ik waarneem, herinner of over wat ik doe of zou moeten doen. Dit is onze centrale aandacht, die we vaak aanduiden met ik. Ik denk, ik besta… Maar ben ik dan mijn bespiegeld handelen in de wereld? Is dan mijn Being?

Laten we daar op inzoomen. Alleen al het internet biedt via onder meer de sociale media ontzettend veel bronnen waartoe ik me verhoud. Wat me wordt voorgespiegeld kan ik van goedkeuren tot afkeuren, of gaan begeren of juist vermijden. Ook vele andere spiegels kunnen me “vertellen” wie ik ben, mijn diploma’s, titels, functies, prestatie indicatoren, vaardigheden, talenten en beperkingen, IQ, persoonlijkheidstype, DSM5 classificaties. Allen kunnen gaande ons leven mede bepalen wie ik ben. Maar gaan ze over wie ik wezenlijk ben? Of vormen ze allemaal bij elkaar een soort band of sfeer om ons heen van “spiegel” beelden, attributen, die we gaan gebruiken om onze tooi die we de wereld (en onszelf) tonen mee op te bouwen. Net als een letterlijke spiegel, vormen ze een spiegelsfeer, die zo echt lijkt, dat we soms bijna gaan geloven dat wij de optelsom van alle spiegelingen zijn. Lang niet allemaal worden we, zoals Narcissus verliefd op ons spiegelbeeld, en verdrinken we als we trachten met de spiegel die de rivier des levens vormt proberen samen te vallen. Velen van ons hebben feitelijk zelfs een hekel aan (delen van) hun spiegelsfeer.

Sinds het internet is deze spiegelsfeer meer in onze persoonlijke ruimte gekomen. Op de sociale media spiegelen we ons aan “vrienden” in schijnbaar perfecte levens en avonturen, geregisseerd om goed, avontuurlijk, of fantastisch over te komen. Wat wij vanuit onszelf, als het ware van binnenuit (geheugen, eigen continue leven) weten, is niet zonder meer hierop af te stemmen. Moderne apps kunnen me een spiegel voorhouden, waarin ik real-time een mooiere kaaklijn, of prachtige wimpers heb. Zelf weet ik beter. Ik ben niet (of in ieder geval veel meer, of minder) dan mijn bespiegelingen. Hoewel het bijvoorbeeld van waarde kan zijn om te leren kijken naar mijn gedrag door de data van de smartwatch (wanneer vind ik iets spannend en gaat mijn hartslag omhoog, loop of beweeg ik wel genoeg), en zo ingesleten ongezonde patronen kan leren veranderen (de smartwatch als therapeuticum), gaat dit niet over mijn wezen. Ik ben niet mijn Quantified Self.

Hoe kom ik voorbij de schijn? Volgens IDG gaat zijn over Innerlijk Kompas, het hebben van een diep gevoel van verantwoordelijkheid en inzet voor de waarden en bijdragen aan het welzijn van het geheel, over Integriteit en Authenticiteit, Openheid en Leermentaliteit, Zelfbewustzijn en Aanwezigheid (in het hier en nu kunnen zijn, zonder oordeel). Kortom, om te werken aan Zijn, wie ik Ben en waar naartoe ik op weg ben (Worden), mijn Wezen, is het goed om bewust te worden van de spiegelsfeer rondom ons, en daar doorheen te breken, naar de diepere laag waar IDG1 over gaat.

vrijdag 8 september 2023

Draaikonterij, laten we het hopen!

Een beroemde uitspraak van Martin Luther King is dat je niet de hele trap hoeft te zien, om de eerste stap te kunnen zetten. Vertrouwen is noodzakelijk. Hoewel, bij absolute zekerheid is vertrouwen wellicht overbodig. In onze wereld vol van “maakbaarheid” en “zekerheden”, lijkt vertrouwen soms overbodig. Vertrouwen overbrugt de zekerheid van vandaag met de ongewisse toekomst. Het verbindt de zichtbare eerste stap, met de nog niet zichtbare belevenissen van onze toekomstige reis. Vertrouwen en geloof zijn van eenzelfde orde: noodzakelijk als we niet zeker zijn van wat komt.

Regelmatig valt te lezen dat mensen het vertrouwen in de politiek zijn kwijtgeraakt. Verwijten zijn dan het niet nakomen van beloftes, of het gaande de rit veranderen van opvattingen of aanpak. “Draaikonterij” wordt het vaak genoemd. Merkwaardig verwijt, eigenlijk. Natuurlijk, overal zijn integere en minder integere mensen, dus ook in de politiek en het bestuur. Maar politici en bestuurders houden zich bij uitstek bezig met zaken die ongewis zijn. Ze hebben geen glazen bol. Ze kunnen zich dan ook op veel gebieden niet baseren op zekerheden. Anders is dat voor een producent van een technisch product. Deze heeft de zekerheid dat als een fiets, auto of stuk software over een jaar dezelfde wijze wordt gemaakt als nu, het ook dan over dezelfde eigenschappen zal beschikken. Onzekerheid tot het “product” is er niet. Wel onzekerheid over of het publiek daar in de toekomst tevreden over zal zijn zoals voorheen, of dat er wellicht een concurrent komt met een beter, of meer gewild product (misschien ook nog voor een lagere prijs). Maar de producten zelf “genereren” een hoge mate van voorspelbaarheid en dus zekerheid. Hun aanwezigheid heeft hun maakbaarheid bewezen!

Daarmee lijkt het alsof we in onze materiele werkelijkheid van veel zaken zeker kunnen zijn. Als we de lichtschakelaar omzetten, gaat de lamp uit/aan, als we een foto van onze vakantie op het internet posten, weten onze “vrienden” waar we geweest zijn, etc. Echter, zaken als gezondheid, plezier en levenslust, zijn uiteindelijk op essentiële momenten onvoorspelbaar. Geen zekerheden. Op zulke momenten komt vertrouwen, of geloof om de hoek kijken. Maar juist omdat er zo enorm veel (digitale) werkelijkheid om ons heen gecreëerd is, die aan- of afwezig een zee van “zekerheden” vormt, kunnen we slecht met onzekerheid overweg. Geloof en vertrouwen zijn naar de “achtergrond” verbannen. En naar de overheid, mooipraterij en de politiek. Eigenlijk – naast gezondheidsproblemen en stress met betrekking tot presteren – is het vooral in bestuurlijke en politieke bemoeienissen, dat we met het ongewisse van de toekomst worden geconfronteerd. Waar gaan we naar toe? Komt er oorlog? Epidemie? Natuurrampen? Zo ja, wiens schuld is dat dan? Immers, in de wereld van de zekerheden is het altijd de “schuld” van iemand, als een product stuk gaat, of vervangen wordt door een “beter” product.

Politici zijn over het algemeen verre van dom. Ook misbruiken ze meestal niet het in hun gestelde vertrouwen. Nogmaals, ook zij beschikken niet over een kristallen bol waarmee zij de toekomst kunnen kennen, zodat wij slechts hoeven te vertrouwen dat ze eerlijk zeggen wat zij zien.

Daarentegen leiden al onze zekerheden – technologieën – bij elkaar opgeteld tot een niet volhoudbare werkelijkheid. Alle bronnen die onze planeet biedt, worden jaarlijks eerder opgebruikt (world overshoot day). Afvalproducten, milieuvervuiling, vermindering van (bio- en culturele) diversiteit en klimaatverandering, ze zijn allen gevolgen van deze “zekerheden”, die ons daarmee schijnzekerheid bieden. Moeten bestuurders en politici dan als enige (ja misschien ook het Nederlands elftal) boeten voor dat ze ons misplaatste vertrouwen tarten dat de Technologische Zekerheden als bomen tot in de hemel blijven groeien? Laten we vooral weer gaan inzien dat we veel meer vertrouwen en geloof nodig hebben. Veel zekerheden zijn feitelijk fopspenen, ze lijken ons te voeden, maar doen dat niet. Het komt nu aan op Verbinden – religare – en vertragen. Op elkaar vertrouwen geven, zeker ook de mensen die hun nek durven uit te steken in de politieke arena. Ik vertrouw de gemiddelde politicus, bijna ongeacht de politieke partij, op het werken vanuit goede intenties, ook al weet ik dat hij/zij er ongetwijfeld vaak naast zal zitten. Draaikonterij? Ik hoop (vertrouw) dat hij/zij dan van opvatting verandert. Geen verwijt. De toekomst, het blijft een zaak van vertrouwen…

vrijdag 1 september 2023

Wijsheid van de menigte!

In mijn blog heb ik de afgelopen jaren diverse keren betoogd dat technologie een groot aandeel heeft in de polycrises waarin we terechtgekomen zijn, met telkens de opmerking daaraan toegevoegd dat we als mens niet compleet zonder technologie zouden kunnen. Met name de ongebreidelde technologieontwikkeling in elke denkbare richting, die algemeen geframed wordt als “vooruitgang”, doet ons de das om. Echter, technologie kan telkens zo wijdverbreid raken, omdat ze onderdeel is van een breed geaccepteerd systeem van afspraken, dat we economie noemen. Daarbij is, zo heb ik eveneens meerdere keren betoogd, het van ondergeschikt belang of je in vrije handel, neoliberalisme, kapitalisme of communisme gelooft. Technologie en economie zijn wereldwijd twee kanten van dezelfde medaille geworden. Betekeniseconomie draag ik een warm hart toe. Hierbij spreken we over waarden in plaats van opbrengsten, en waarden dan ecologisch gedefinieerd in plaats van zuiver in termen van (economische) welvaart. Belangrijk is te onderkennen dat de ontwrichting van de natuur en de planeet gevolg is van ons handelen, en dat handelen is door talloze technologieën letterlijk “dodelijk efficiënt” geworden, met alle ontluisterende gevolgen van dien: Polycrises! Hier ligt een paradox aan ten grondslag: efficiëntie – praktisch altijd het resultaat van innovatie – leidt tot steeds grotere problemen. Als voorbeeld werkte ik een paar maanden geleden volledig groene (volhoudbare) energie uit. Hoewel we aan fossiele brandstof via klimaatverandering bijna ten onder gaan, zal groene (en gratis!) energie onze energie verslaving nog verder voeden, met als gevolg nog meer wegen (mensgemaakt materiaal ten koste van organisch materiaal, dwars door natuur/ecologie), en zullen we nog minder aan onze fysieke regiogrenzen gebonden zijn.

De uitweg uit zowel deze paradox, als uit de polycrises, is gedragsverandering, en dat begint met te komen tot een nieuwe bewustzijnsstaat. Ten grondslag aan ons handelen, ook technologieontwikkeling, gewenning en verslaving, liggen onze biologische en psychologische behoeften, onze driften en emoties, onze verbondenheid, gemeenschapszin, vriendschappen en vijandigheden, onze wensen en verlangens en onze gezondheid en welbevinden. Van deze zaken dreigen we vervreemd te raken; door de wijze waarop we er maatschappelijk/technologisch bemiddeld mee omgaan, worden ze eenzijdig gestimuleerd of juist verdoofd. 

Ons welzijn, of nog preciezer, ons Zijn is de eerste factor waar we ons op kunnen richten om balans te herstellen. Zo veel als mogelijk in menselijke verbondenheid, en als het kan liever met minder technologie dan met meer. Degrowth (of post growth) en Detech (of post tech). De Inner Development Goals beweging is één van de bewegingen die wijst op uitweg uit de crises door te werken aan onze eigen ontwikkeling.

Afgelopen jaren en zeker de afgelopen zomervakantie is mij langzaam duidelijk geworden, dat een disbalans tussen het masculiene (mannelijke) en het feminiene (vrouwelijke) ten grondslag ligt aan de wurggreep die technologie/economie op onze globale wereld heeft. Dit gaat verder dan man of vrouw zijn, in die zin dat bijvoorbeeld “vrouwelijk” leiderschap vaak in grote mate nog steeds “mannelijk” leiderschap is, maar dan uitgevoerd door iemand van het vrouwelijk geslacht. Masculiene krachten zijn gericht op controle, beheersing, macht, onderwerping, groei, daadkracht, logica en analytische kennis, een lineaire denk- en werkwijze, risico durven nemen, individualisme en autonomie. Feminiene krachten zoals luisteren, verbinden, vertragen/de tijd nemen, intuïtieve wijsheid/spiritualiteit, circulair denken en werken, dienend zijn aan het geheel zijn daarentegen veel minder vanzelfsprekend geworden in onze 24/7 realiteit. Nu geloof ik niet dat ook maar één mens volledig feminien, of juist masculien is. Bovendien geloof ik niet dat geslacht volledig het één noch het ander determineert. Anders gezegd, sommige mannen zijn meer feminien dan de gemiddelde vrouw, sommige vrouwen meer masculien dan de gemiddelde man. Neurobiologisch hersenonderzoek bevestigt overigens dat er een geleidelijke schaal bestaat van typisch vrouwelijke naar typisch mannelijke hersenen, en dat legio vrouwen meer dan gemiddeld mannelijke hersenen hebben en legio mannen meer dan gemiddeld vrouwelijke hersenen.

Hoewel dus niemand volledig het een of het ander is, en zelfs niet dat per definitie een man meer masculien is dan een vrouw, laten de polariteiten zien dat in onze globale economische/technologische wereld we veel meer aan staan de kant van de masculiene pool dan aan de kant van de feminiene pool. Juist door bewust meer richting feminien te gaan, kan de balans met de natuur en elkaar worden hersteld. Zich niet langer willen identificeren met de dominante (masculiene) van origine westerse koloniserende houding ten opzichte van de natuur en de maatschappelijke rolpatronen wellicht begrepen worden als een correctie op ons collectieve schuld aan de polycrises. LHBTQIA+ als signaal van broodnodige balansherstel, wijsheid van de menigte!


Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...